22 November 1939 151»
heeft aangetoond, dat ten aanzien van de lichamelijke opvoeding van de jeugd
niets terecht gekomen zou zijn als het particulier initiatief deze zaak niet
ter hand had genomen. Vervolgens wijst Spreker er op, dat de gymnastiekver-
eenigingen een kommervol bestaan lijden, mede doordat vele hunner leden vanwege
de mobilisatie in militairen dienst zijn. De vereenigingen werden vroeger
van gemeentewege gesubsidieerd, doch op aandrang van Gedeputeerde Staten moes
ten deze subsidies worden geschrapt. Spreker is evenwel van oordeel, dat het
een taak der gemeenschap is om de vereenigingen te steunen. De Raad zal der
halve een tegemoetkomende houding moeten aannemen. Spreker stelt geen subsi -
dieverleening voor, doch hij wil een anderen vorm aanwijzen om de vereeniging
in haar moeilijk bestaan te steunen en wel door de huur van het lokaal terug
te brengen tot 10 cent per lesgelegeriheid. Alsdan kan de vereeniging verzekerd
zijn van haar voortbestaan» Nogmaals bepleit Spreker tegenover de vereeniging
een tegemoetkomende houding aan te nemen, en dringt op aanneming van zijn
voorstel aan»
De heer Hom zegt in te stemmen met het voorstel van den heer Nooder.
De heer Stroband is van meening, dat men zich moet houden aan de thans
geldende wettelijke bepalingen. Indien men op het voorstel van den heer Noo
der zou ingaan, dan zou zulks neerkomen op het verleenen eener verkapte sub
sidie. Hierop zou nimmer de goedkeuring van hoogere instanties worden verkre
gen.
De heer van den Brandeier meent dat een regeling, als door den heer Noo
der bedoeld, alleszins als een schappelijke verhuring is aan te merken, en dat
hier toch geen sprake is van een verkapte subsidie-verleening.
De Voorzitter zegt dat hij zich het standpunt van den heer Nooder kan in
denken. Spreker zou ook gaarne zien dat aan de vereeniging een subsidie kon
worden toegekend. De heer Nooder heeft echter zelf betoogd, dat de subsidies
aan gymnast!ekvereenigingen op aandrang van hoogere instanties zijn geschrapt,
doch de heer Nooder wil thans een verkapte subsidie verleenen, welke nimmer
goedgekeurd zou worden. Voorts zegt Spreker dat de Raad destijds een besluit
heeft vastgesteld, inhoudende de verhuurbedragen der schoollokalen, zoodat
het niet mogelijk is daarvan incidenteel af te wijken. Het is ook uit juri
disch oogpunt bezien onmogelijk om incidenteel van een eenmaal genomen raads
besluit, inhoudende een algemeene regeling, af te wijken.
Wethouder Gasille is van meening dat, wanneer men wil helpen, of subsi
die moet verleenen, óf het betrokken raadsbesluit moet wijzigen en wel in
dien zin, dat lagere huurprijzen voor elke vereeniging zullen gelden.
De heer Nooder verzoekt Burgemeester en Wethouders dan een dusdanige wij
ziging van het desbetreffende raadsbesluit voor te bereiden.
De heer Hom geeft Burgemeester en Wethouders in overweging om dit punt
van de agenda terug te nemen ter nadere overweging»
De Voorzitter wijst er op dat op het onderhavige verzoek een beslissing
dient te worden genomen. Spreker meent dat aan het idee van den heer Nooder
wel eenige bezwaren zijn verbonden, daar hier met twee maten zou worden ge
meten.
De heer Beekman vraagt of er geen verschil is tusschen het huren van een
lokaal door een particuliere vereeniging en door een nevenschool»
De Voorzitter, die hierop een ontkennend antwoord geeft, zegt toe dat
Burgemeester en Wethouders zullen trachten naar een goede oplossing uit te
zien met betrekking tot eenigerlei subsidie-verleening. In afwachting daarvan
dient het thans in behandeling zijnde voorstel van Burgemeester en Wethouders
te worden aangenomen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten.
De vergadering wordt hierna voor enkele oogenblikken geschorst.
Na heropening heeft de heer Hom de vergadering verlaten en wordt aan de
orde