22 November 1939 153» 1927» no,5-3-18» gevestigd recht van erfpacht, zooals dat gedeelte op de "bij het besluit behoorende teekening in blauw is aangegeven en nader ter plaatse door of vanwege het College van Burgemeester en Wethouders zal worden uitgezet en aangewezen, zulks onder de bedingen en bepalingen» vermeld onder de letters a. tot en met e, van het besluit» 5» vanaf 1 Januari 1940 tot uiterlijk 1 Januari 1942 onderhands van week tot week te verhuren de aan den Wiekslooterweg op het perceel sectie G.no, 3634 ged* gelegen semi-permanente woningen met tuin en welde woningen met tuin op de bij dit besluit behoorende gewaarmerkte kaart, gemerkt 1-3-4-6 voor een huurprijs van f»3,per week en de woningen met tuin, gemerkt 2 en 5 voor een huurprijs van f«2,per week. Met betrekking tot het besluit tot verkoop van grond aan J.Groenhuizen merkt de heer Hornsveld op, dat de Commissie Grondbedrijf een verkoopsprijs van f,1.000,in totaal voorstelde, en dat men volgens het aangeboden be sluit plm, 10% onder dien prijs komt. Wethouder Gasille zegt dat in de vergadering der Commissie besproken is dat tot een diepte van 50 M. zou worden verkocht, en dat de prijs zou zijn f,1,75 Per M2 voor het aan den weg gelegen gedeelte, diep 30 M«en f.0,40 per M2 voor het daarachter gelegen gedeelte, diep ongeveer 20 M. De heer Hornsveld blijft van meening, dat de Commissie geadviseerd heeft tot verkoop van het betrokken perceel voor f.1.000,in totaal. Wethouder Gasille zal de berekening nog eens nagaan, doch Spreker meent, dat de prijs per M2 volgens de gehouden besprekingen is aangehouden, veronder stellende dat men uiteindelijk op een bedrag van f.1.000,zou komen* De heer Hornsveld meent dat een totaal bedrag van f.1,000,aangehouden zou worden. Wethouder Hilhorst wijst er op; dat de grond aan den heer Groenhuizen is aangeboden voor de prijzen, in het besluit vermeld. Zonder hoofdelijke stemming worden hierna bovenbedoelde besluiten vast gesteld, 181, BELASTINGEN, Behandeling van belastingreclames» Bedoelde behandeling geschiedt in geheime zitting na afloop der openba re vergadering; 182, VERORDENINGEN, (le afd.no,3797). De Voorzitter brengt hierna in behandeling een van den Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht ontvangen ontwerp-verordening ex art,12 der Oorlogswet betreffende het verrichten van persoonlijke diensten, waarop de Raad vdcJr 1 Dec.a,s. advies moet uitbrengen. Omtrent bedoelde verordening is het oor deel gevraagd van de Commissie voor de Strafverordeningen. Deze Commissie heeft bedoelde ontwerp-verordening bestudeerd, als gevolg waarvan zij meent enkele opmerkingen te moeten maken, welke zij den Raad ter adviseering aan genoemden Opperbevelhebber in overweging geeft. Bedoelde opmerkingen luiden als volgts 1. Ad artikel 2. De aandacht wordt er op gevestigd, dat van tal van personen, in het hijzonder van hen, die te Soest zijn geboren of op nog jeugdigen leeftijd in het bevolkingsregister zijn ingeschreven, geen beroep bekend is. Daarom wordt in overweging gegeven in de verordening een artikel op te nemen, waarbij aan de personen, die tot het verrichten van persoonlijke diensten in aanmerking komen, de verplichting wordt opgelegd, aan het ge meentebestuur hun beroep (eventueel tevens hun vorig beroep) te vermelden. Het verstrekken van bedoelde opgave zal noodig zijn om te kunnen beoordee- len voor het verrichten van welke werkzaamheden de betrekkelijke personen geschikt zijn» 2. Ad artikel 7 lid 1* Het wordt onbillijk geacht om aan de personen, die door

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1939 | | pagina 306