21 December 1959 159» van Burgemeester en Wethouders aangenomen. 189. ONDERWIJS, (le afd.no.3741 Vaststelling van een besluit tot het verleenen van de wettelijk voorge schreven medewerking inzake aanschaffing van nieuwe gordijnen ten behoeve van de R.K,School voor Lager Onderwijs aan de Mariastrant. De heer Dwars maakt er bezwaar tegen dat iedere concurrentie bij deze aanschaffing is uitgesloten. De Voorzitter merkt op dat de Raad alleen heeft te beslissen omtrent de principieele medewerking, en dat de prijs thans nog niet aan de orde is. De heer Dwars spreekt er toch zijn bevreemding over uit dat slechts een prijsopgaaf is overgelegd. Spreker had dan ook een raming van kosten dezer aanschaffing van den Directeur van Gemeentewerken verwacht, oe Voorzitter wijst er nogmaals op dat het hier slechts een beginselbe sluit betreft en dat de nadere uitwerking dezer aangelegenheid tot de compe tentie van Burgemeester en Wethouders behoort. De desbetreffende begrotings wijziging zal den Raad te gelegener tijd ter vaststelling worden aangeboden. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het aangeboden besluit vastge steld, 190. VERZEKERINGEN, (4e afd.no,4015 Voorstel tot aanvulling van het raadsbesluit dd, 18 November 1958, 4e afd.no,4651 inzake fraude-verzekering. Bij schrijven dd, 14 Dec,1959, no.4015 deelen Burgemeester en Wethouders mede dat het uit de administratie der kostwinnersvergoeding voortvloeiende risico door de krachtens raadsbesluit van 18 Nov,1958, 4e afd.no,4^51 aange gane fraude-verzekering niet is gedekt. Teneinde dit risico te dekken, is het wenschelijk in de polis een "Kostwinnersvergoedingclausulete doen opnemen, waarvoor een jaarJijksche vergoeding van f,52,is verschuldigd. Burgemees ter en Wethouders stellen voor bovengenoemd raadsbesluit dienovereenkomstig te wijzigen de heer Nooder vraagt of het niet dienstig is dat de Wethouder van Fi nanciën omtrent deze zaak een uiteenzetting geeft, aangezien Spreket ver moedt dat de duidelijkheid van dit voorstel wel wat te wenschen overlaat. De Voorzitter, die opmerkt dat het uitbetalen van de kostwinnersvergoe ding tot de taak van den Burgemeester behoort, deelt mede dat er aanvankelijk verschil van meening bestond over de vraag of de gelden voor uitbetaling der kostwinnersvergoeding moeten worden beschouwd als behoorende tot de gemeente gelden, dan wel tot de Rijksgelden, welke ter beschikking van de Burgemees ters worden gesteld. De algemeene opvatting is thans, dat het Rijksgelden zijn en dat de Burgemeesters optreden als betaalmeesters van het Rijk. Deze gelden blijven buiten de boeken van den Gemeente-Ontvanger en vallen, hoewel zij bij dien Ontvanger bewaard worden, niet onder de normale verzekering der gemeentegelden tegen benadeeling door plaatselijke ambtenaren en bedienden of door anderen. Het is daarom gewenscht in de desbetreffende polis een z.g. kostwinnersvergoedingsclausule te doen opnemen. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt hierna aangenomen en het desbetreffend besluit vastgesteld, 191. WONINGWET, (le afd.no,3851 Voorstel tot verlenging van den termijn van ontruiming der onbewoonbaar- verklaarde woningen Driftje 5 en 7, alsmede Verlengde Kolonieweg 8 en 14. Op grond van het medegedeelde in hun schrijven dd. 50 November 1939 no, 3851 stellen Burgemeester en Wethouders voor den termijn van ontruiming van bovengenoemde woningen te verlengen tot 1 Mei 1940, De heer van de Ven merkt op dat thans wordt voorgesteld om den termijn van ontruiming te verlengen tot uiterlijk 1 Mei 1940, Spreker vraagt welke maatregelen ten aanzien van deze woningen n& dien tijd genomen zullen worden.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1939 | | pagina 318