21 December 1939 169»
ligt toch al lang achter ons en deze plaats gehad hebbende benoemingen zijn
in beide gemeenten niet met algemeene instemming begroet. De verkiezing van
het College van Burgemeester en Wethouders is voor Spreker een desillusie ge
worden. Spreker heeft in volle geruststelling zijn medewerking tot samen
stelling van dit College verleend ten tijde van den vorigen Burgemeester#
Spreker5 die niets te kort wil doen aan de capaciteiten en den goeden wil
van den nieuwen Burgemeester? zegt dat hij zelf niet gerust is dat de ver
houding in het College net zoo zal zijn als in het oude College» Het is toch
meermalen gebleken, dat er in het oude College afwijkende meeningen waren,
o.a, ten aanzien van de kwestie van het verleenen eener bouwvergunning voor
uitbreiding van het theehuis Soesterdal en den bouw van een nieuwe boerderij
op de gemeenteterreinen aan den Lange Brinkweg. Spreker is eenigszins bevreesd
dat men het te veel met elkander eens zal zijn. Spreker wijst er op dat de
Raad. de zienswijze van Burgemeester Visser heeft aanvaard inzake de twee ge
noemde punten, waaromtrent afwijkende meeningen in het College van Burgemees
ter en Wethouders waren. Spreker hoopt ten zeerste dat de nieuwe Burgemees
ter zdo zelfstandig zal zijn, dat diens houding voor Spreker een geruststelling
zal worden en geen desillusie, In dit verband merkt Spreker nog op dat hij
meermalen de ervaring heeft opgedaan, dat een gedeelte van het College zijn
eenmaal gevormde meening wil doordrijven, hetgeen niet altijd in het belang
der gemeente kan zijn. Spreker hoopt de geruststelling te kunnen verkrijgen
dat de belangen der gemeentezaken op de juiste wijze zullen worden behartigd.
Vervolgens wijst Spreker op de destijds door den Raad bij meerderiieid van
stemmen aangenomen reorganisatie van Gemeentewerken» Met volle zeilen is men
op een reorganisatie afgegaan en het resultaat hiervan is geweest dat de
uitgaven voor Gemeentewerken thans hooger zijn dan toen de reorganisatie
werd voorgesteld» Er werden twee menschen uitgedrukt met wachtgeld, hetgeen
voor één der betrokkenen voor korten duur werd verleend, waardoor deze werd
overgelaten aan de weldadigheid van Maat schappelijk Hulpbetoon» De reorgani
satie was een persoonlijke antipathie tegen enkele personen, die de dupe
moesten worden. Naar Sprekers meening heeft de leiding bij Gemeentewerken
niet beantwoord aan het doel, waarvoor deze werd ingesteld. Van Gemeentewer
ken gaat geen zonneschijn uit. Verder wil Spreker er nog de aandacht op ves
tigen, dat Burgemeester en Wethouders er in hun aanbiedingsbrief op wijzen
dat de begrootingspositie der gemeente voor 1940 minder ongunstig is dan die
voor 1939. Zulks is echter naar Sprekers meening behoudens de plaats gehad
hebbende conversie van leeningen, geen uiting van het financieel beleid van
Burgemeester en Wethouders in de afgeloopen 4 jaren» Spreker wijst vervolgens
nog op het voordeelig saldo van den dienst 1938? en Spreker veronderstelt
dat die begrooting werd opgemaakt in het licht van de vorige hegrooting.
Spreker, die al lange jaren in den Raad zitting heeft, wil tenslotte vast
stellen, dat men elkander wil verstaan. Men moet in het belang der gemeente
trachten samen te werken, en geen dingen doordrijven waar de meerdeiheid het
niet mee eens is.
De Voorzitter zegt van oordeel te zijn dat de kwestie van de Burgemees
tersbenoemingen een aangelegenheid is, waaromtrent de gemeenteraden niet te
beslissen hebben. Dit is een kwestie van de Kroon, zoodat dit onderwerp voor
den Raad buiten verdere besprekingen kan worden gelaten, Spreker zegt voorts
dat de verhoudingen in het College van Burgemeester en Wethouders buitenge
woon goed zijn en er in de moeilijkheden van heden steeds een streven is om
alles zooveel mogelijk te vermijden v/at kan leiden tot conflicten» Steeds
wordt getracht naar voren te brengen wat ons bindt en niet wat ons verdeelt.
Spreker heeft tot zijn groote vreugde opgemerkt, dat ook de Raad wil trach
ten om de zaken in zoo goed mogelijke banen te leiden, en er niet op uit is
om te zoeken naar verschillen» Men moet zooveel mogelijk een eensgezinde
houding