18 Januari 1939 17»
sturen, aan wie inlichtingen gevraagd zijn. Spreker heefr er eerder al op ge
wezen, dat een melkverstrekking op scholen in den Bosch werd ingevoerd, al
waar men had kunnen informeeren. Voorts wijst Spreker er op, dat door eenige
leden van den Raad in 19 35 reeds een voorstel werd gedaan inzake melkverstrek
king op scholen en wel als gevolg van ingekomen klachten Betreffende onder
voeding van kinderen van rainder-bedeelden» Men kwam toen tot de conclusie
dat, wanneer ondervoeding zou plaats hebben, daarvan het gevolg zou kunnen
zijn dat er t.fr.c.lijders kunnen komen, wier kosten van verpleging voor de
gemeente veel duurder zouden zijn dan die, verbonden aan melkverstrekking.
Spreker is het met den heer NoOder eens dat het wenschelijk is, dat een Com
missie ingesteld wordt om deze zaak in onderzoek te nemen.
De heer Hilhorst wijst er op dat uit de adviezen der doktoren blijkt,
dat de verstrekking van warme maaltijden aan de daarvoor in aanmerking komen
de kinderen veel nuttiger is dan de verstrekking van melk. In dit verband
vestigt Spreker er de aandacht op, dat op de R»K0 Zusterschool wekelijks 200
warme maaltijden a 10 cent vergoeding worden verstrekt, en Spreker zou dan
ook gaarne zien, dat B.enW. zouden willen bevorderen dat dit goede voorbeeld
werd nagevolgd op de scholen van de andere richtingen» Spreker krengt hulde
voor dit mooie particulier initiatief»
De heer van de Ven deelt nog mede dat in de gemeente Zandvoort ook melk
verstrekking op scholen plaats heeft. In die gemeente is in dit opzicht be
langrijk werk verricht,
De heer Nooder wil nog even opmerken, dat te Hilversum woonachtig is een
vertegenwoordiger van het zuivelbureau, en wel de heer van de Ven, die op het
gebied der melkverstrekking causeriën houdt»
i)e Voorzitter merkt op dat de heer Nooder heeft beweerd dat geen eenstem
migheid in de adviezen van de geneesheeren aanwezig is, doch Spreker meent
uit die adviezen toch wel te kunnen vaststellen, dat de geneesheeren niets
zien in een algemeene melkverstrekking op scholen. De heer Nooder vraagt nu
een bespreking omtrent deze zaak, waarvoor een Commissie in het leven dient
te worden geroepen. Waar B»en op grond van de ingekomen adviezen niets
voelen voor melkverstrekking op scholen, kan men toch niet verlangen dat dit
College medewerkt aan een samenkomst met het uiteindelijk doel om te komen
tot een melkverstrekking op scholen. De melkverstrekking mag niet als doel
worden gesteld, doch hoogstens als middel en dit middel wordt door den ge-
meent egenee sheer ter bestrijding van ondervoeding ondeugdelijk geoordeeld.
De heer Nooder meent dat de verschillende elementen in de Commissie ptit-
spraak dienen te doen en dat daarna B.en W» met de noodige voorstellen kunnen
komen of voor een en ander de noodige stappen kunnen doen.
De Voorzitter zegt voorts nog dat de heer Thijssen gewezen heeft op de
melkverstrekking in den Bosch en dat de heer van de Ven de aandacht vestigde
op de melkverstrekking te Zandvoort. Spreker meent zonder meer te kunnen mee
gaan met het inzicht omtrent deze zaak in andere gemeenten. Immers, in die
gemeenten kunnen wel andere motieven gelden voor melkverstrekking. Men moet
uitsluitend naar de eigen gemeente zien» De heer Thijssen sprak voorts nog
over ondervoeding, doch Spreker meent dat de heer Thijssen met zijn bewering
wel wat te ver gaat, Yifanneer zich gevallen van tuberculose voordoen als ge
volg van ondervoeding, dan had Spreker daaromtrent mededeeling verwacht in
de rapporten van de deskundigen, doch zoolang die rapporten daarover niet
reppen, wil Spreker zich houden aan de adviezen der geneesheeren. Spreker
sluit zich voorts aan hij de gedachte van den heer Hilhorst om te bevorderen,
dat het particulier initiatief zorgdraagt voor verstrekking van warme maal
tijden op scholen aan de daarvoor in aanmerking komende kinderen. Zoolang de
doelmatigheid en de uiterste noodzaak van melkverstrekking niet vaststaat,
dient de Overheid zich vooralsnog te onthouden van het nemen van maatregelen