27 Februari 1939 29.
De Voorzitter zegt dat deze opvatting zeer juist is*
De heer Hom zegt voorts dat het rapport van den Inspecteur van Politie
aan duiaelijkheid niets te wenschen overlaat. Spreker is vóór het voorstel
van B.en
De heer Strohand zegt dat omtrent de mogelijkheid van het huren eener
auto niets is vermeld in het voorstel van B.en W, Spreker betreurt zulks,
aangezien reeds eerder werd gesproken over het huren eener anto ten behoeve
der politie. Voorts merkt Spreker op dat, wanneer men de politie-auto noodig
heeft, ook niet altijd dadelijk personeel aanwezig is, zoodat men net zoo vlug
een huurauto kan laten voorkomen. Het komt Spreker wenschelijk voor dat bij
wijze van proef voor den tijd van één jaar een auto wordt gehuurd. Er is zeer
goed een regeling te treffen, volgens welke de auto binnen korten tijd be
schikbaar moet zijn. De huur van auto's is niet hoog en de gemeente is dan
van veel risico af.
De heer van Breukelen zegt ervan overtuigd te zijn dat de politie een
snelvervoermiddel noodig heeft. Aangezien met de aanschaffing en exploitatie
van een dergelijk vervoermiddel een belangrijk bedrag gemoeid gaat, zou Spre
ker er ook voor zijn om een proef te nemen, met het huren eener auto, zooals
door den heer ïïooder naar voren is gebracht.
De heer Hornsveld is van meening, dat de politie steeds een auto ter be
schikking dient te hebben, hetgeen bij huren niet altijd het geval zal zijn»
Spreker zegt accoora te gaan met het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
De heer van de Ven is van oordeel dat zeer goed een regeling te treffen
is, volgens welke steeds een huurauto ter beschikking moet zijn» Het gaat thans
om de kwestie, wat is het beste en goedkoopste voor de gemeente.
De Voorzitter deelt mede dat uit zuinigheidsoverweging zoo lang mogelijk
is doorgereden met de auto. Ha de behandeling der begrooting hebben zich ech
ter verschijnselen voorgedaan, welke aanleiding goven om niet met de auto
door te rijden. Hieromtrent is een technisch rapport uitgebracht. De zaak kon
dus niet bij de begrooting behandeld woraen, omdat aanvankelijk verondersteld
werd dat men met de auto in 1939 nog wel kon doorsukkelen. De heer Hooder
sprak over controle, waar Spreker ook voor te vinden is, doch niet in den
door den heer Nooder aangegeven vorm. Haar aanleiding van de in de vergade
ring der Financieele Commissie gehouden besprekingen om over te gaan tot het
huren eener auto, is door B.en V. op korten termijn een inschrijving voor het
huren eener auto gehouden. Volgens de exploitatiegegevens is de kilometerprijs
van een eigen auto te stellen op 4?28 cent, terwijl volgens de ingekomen in
schrijvingsbiljetten door de plaatselijke handelaren auto's zonder chauffeur
te huur worden aangeboden voor prijzen, varieerende van 6 tot 9 cent per K.M»
Br is nog een aanbieding, volgens welke een Chevrolet 1931 gehuurd kan worden
tegen 5 cent per K.M, en een auto van 1932 voorfo,o3è per K.M. Op laatstbe
doelde aanbiedingen kan uit den aard der zaak niet worden ingegaan, zoodat
men voor het huren moet rekenen op minstens 6 cent per K.M. tegen 4>28 ct.per
K.M. bij een eigen auto. Er zou dus veel minder moeten worden gereden wil men
tot een bezuiniging komen, doch zulks is naar Sprekers oordeel niet mogelijk.
Het huren eener auto met chauffeur is natuurlijk duurder. Spreker meent dat
hij thans voldoende heeft aangetoond, dat het huren eener auto veel duurder
is dan het aankoopen eener auto.
De heer Stroband vraagt hoe men aan dien kostprijs van 4*28 cent per K.M»
is gekomen. Zijn daar alle kosten, ook aie van reparaties, nieuwe banden enz.
onder begrepen?
De Voorzitter geeft hierop een bevestigend antwoord. Deze prijs is bere
kend bij exploitatie eener auto, als bedoeld in het voorstel van B.en W.
De heer van de Ven vraagt of het voorbeeld van de berekening niet t
gunstig is genomen, hetgeen het geval zou kunnen zijn indien er teveel gere
den is.
De