17 Qctober 1940 68,
heeft zich er ook aan geërgerd, dat de auto reeds in gebruik is, voordat da
Raad een beslissing heeft genomen, ook al wanneer deze gehuurd is.
De heer Nooder is tegen aanneming van het voorstel van Burgemeester en
Wethouders-, Ten eerste, omdat de benoodigde onderdeelen niet zijn te verkrij
gen, en ten tweede, wanneer er twee ruilen, zal er altijd één moeten huilen,
De laatste zal de gemeente dan -.vel zijn, Voorts meent Spreker, dat zoo'n
luxe wagentje door een bepaald persoon bestuurd moet worden in verband met de
daaraan te besteden zorg| zulks is bij de politie niet mogelijk, aangezien
voor politiedoeleinden door verschillende bestuurders van deze auto wordt ge
bruik gemaakt- Bovendien zal de eene auto in elk geval toch wel een meerdere
waarde hebben dan de andere autoSpreker val dan ook maar liever niet tot
ruiling overgaan, doch een nieuwe auto koopen.
De Voorzitter is het eens met den heer van den Brandeler. De heer van
den Arend heeft er op gewezen, dat de Peugeot-auto een te weinig gangbaar mo
del is. Spreker, die het in dit opzicht niet met den heer van den Arend eens
is, meent dat de Peugeot-auto niet zoo'n zeldzaamheid op onze wegen is. Men
ziet die auto's toch wel veel, zoodat Spreker van oordeel is, dat het bezwaar
van den heer van den Arend niet zoo groot kan zijn. Naar aanleiding van de op
merking van den heer Dwars zegt Spreker, dat Burgemeester en Wethouders niet
zijn vooruit geloopen op de beslissing van den Raad, want de Peugeot-auto is
alleen maar gehuurde Voorts zegt Spreker dat het toch niet altijd mogelijk
is om noodzakelijke maatregelen uit te stellen totdat de Raad in vergadering
hijeen komt; De Raad is volkomen vrij in het nemen zijner beslissing. Doordat
de toewijzing van benzine steeds geringer werd, moesten Burgemeester en Wet
houders oogenbiikkelijk maatregelen treffen. De Chevrolet loopt 1 op 6 en de
Peugeot 1 op 12 a 13, zoodat met laatstgenoemde auto het dubbele aantal K.M.
kan v/orden gereden,, De opmerking van den heer Nooder kan Spreker niet deel en.
Waarom zou de gemeente nu juist moeten huilen? Zulks is door den heer Nooder
niet aangetoond.
De heer Nooder meent dat men in aanmerking moet nemen hetgeen aan een
en ander is voorafgegaan,.
De Voorzitter zegt nog dat hij wil afgaan op de verklaring van den vori-
gen eigenaar, een dokter, die de auto weinig heeft hereden. Spreker hecht
groote subjectieve waarde aan de Peugeot op dit oogenblik voor de gemeente.
De heer van den Brandeler is van meening, dat de Peugeot-auto van veel
waarde is. Voorts zegt Spreker, dat de autohandelaren thans wel auto's willen
ruilen, omdat er menscnen zijn, die hun geld willen beleggen in auto's, wel
ke momenteel incourant zijn., Vervolgens wijst Spreker er op, dat de firma
Nefkens de Peugeot-auto's inporteert en dat men niet bevreesd behoeft te zijn,
dat de onderdeelen niet te verkrijgen zijn. De Peugeot-auto's hebben niet bij
het Nederlandsche leger geloopen en zijn ook niet in gebruik bij de Duitsche
weermacht, zoodat er nog wel onderdeelen beschikbaar zijn.
De heer Hom vraagt of er in de 14 dagen, gedurende welke de auto in ge
bruik is, controle op het benzine-verbruik is uitgeoefend.
De Voorzitter zegt dat controle op het benzine-verbruik zeer moeilijk is.
Het verbruik hangt geheel af van de groote of kleine afstanden, welke worden
gereden. Wel is reeds duidelijk gebleken, dat het benzine-verbruik gedaald is.
De heer van den Arend zegt uit ervaring te weten, dat onderdeelen moei
lijk te verkrijgen zijn, zoodat Spreker bezwaar tegen de voorgestelde ruiling
heeft.
De heer Stroband vraagt of de garantie op de vorige auto verloopen is.
De Voorzitter meent te weten» dat voor deze auto geen garantie gold, om
dat het een tweedehandsch wagen was.
De heer Stroband zegt dat het hem verwondert, dat de politie-auto zoo
duur in benzineverbruik is. Toen destijds een auto moest worden aangekocht,
gingen