21 Februari 1940 10* meer man personeel- Hieruit blijkt dus voldoende, dat er zeer weinig personeel- houdenden onder de winkeliers zijn, zoodat er naar Sprekers meening geen be hoefte is aan toepassing van art06 der ¥et op de kruideniers- en zuivel-winkels. Vervolgens wijst Spreker er op, dat uit het request niets blijkt aangaande de belangen, welke voorgezeten hebben om de verordening in het leven te roepen, m.a.Wc in dit request zijn niet de redenen vermeld, op grond waarvan tot be doelde winkelsluiting behoort te worden overgegaan, Men moet thans raden naar de gronden en redenen, waarop het verzoek der winkeliers steunt, en die gron den zouden •■wel eens onjuist en onwettig kunnen zijn- Spreker zegt dat volgens rondschrijven'van den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid van 20 Febru ari 1932 van de bevoegdheid in art.6 der Viiet omschreven, alleen gebruik ge maakt dient te worden ten behoeve van de winkeliers, Duidelijk zal deihalve van dat belang der betrokken winkeliers terzake moeten blijken, indien goed keuring van een verordening ingevolge dit artikel verlangd wordt. De kappers- en slagerswinkels zijn weliswaar gedurende een hal ven dag gesloten, doch deze winkels zijn niet te vergelijken met kruidenierswinkels, aangezien in eerstbe doelde winkels wel personeel aanwezig is en in laatstbedoelde 'winkels vrijwel niet. Verder meent Spreker dat het moment van indiening van het onderhavige request hoogst ongelukkig gekozen is. Adressanten vragen sluiting gedurende een halven dag in een tijd van malaise, waarin de middenstand steen en been klaagt. Een sluiting van 1 tot 8 uur beteekent 34 vrije dagen in het geheele jaar, waarbij dan nog de Zondagen komen. Spreker, die van oordeel is dat vele winkeliers schade van deze sluiting zouden ondervinden, wijst er op dat de minderheid der betrokken winkeliers eigenlijk te groot is, tegenover de meer derheid, Zij, die tegen sluiting zijn, vormen 18 tot 24/° van het totaal der winkeliers, terwijl er bovendien nog wel vele winkeliers zijn, die zich niet hebben uitgesproken, en die men practisch gezegd wel als tegenstanders kan beschouwen. Nu gaat het om de questie welke belangen het zwaarst wegen. Spre ker meent dat rekening gehouden moet worden met de groote minderheid, die gaarne wat verdienen wilterwijl voorts in niet geringe mate rekening gehou den moet worden met de wenschen van het publiek, "Wanneer tot deze sluiting- zou worden overgegaan, wordt het publiek in het harnas gejaagd. Spreker be toogt verder dat het gemeentebelang ook terdege bij deze zaak is betrokken. Het is in het belang der gemeente, dat de ingezetenen en de pensiongasten zoo weinig mogelijk nadeel en ongerief ondervinden, en daarom dient niet tot deze winkelsluiting te worden overgegaan, He middenstand is er toch voor het pu bliek en niet omgekeerd- Ook dit moet men niet uit het oog verliezen. Het ge volg van de aanneming der aangeboden verordening zou zijn, dat er tal van ont duikingen zullen komen met het gevolg vele strafzaken, die moeilijk zullen zijn te beoordeelen en op te lossen, Spreker zou het beter vinden, dat de voorstanders een collectief contract inzake deze winkelsluiting zouden slui ten, eventueel met een boetebepaling, doch daar zullen ze niet voor te vinden zijn. Zij willen wel hebben dat de minderheid schade lijdt. Spreker zegt dat men in dit geval niemand moet dwingen, en datwanneer alle achterdeurtjes van winkels eens konden spreken, men spoedig tot de conclusie zou komen dat in de practijk van een winkel sluiting in deze gemeente niets terecht komt. Spreker, die er tenslotte op wijst, dat z,i» bij aanneming van de verordening uit de overweging van het besluit zou moeten blijken, dat in het request niet de redenen zijn vermeld, op grond waarvan deze winkelsluiting wordt gevraagd, ontraadt aanneming van dit voorstel. de heer Hom merkt op dat de heer dwars in deze vergadering veel punten naar voren brengt, die hij eigeglijk ter sprake had moeten brengen in de ver gadering der Commissie voor de Strafverordeningen, He heer Dwars komt nu met geheel andere bezwaren, die eveneens worden genoemd in het ingezonden stuk van den oud-hoofdambtenaaro In de vergadering der Commissie werd alleen het per- soneelsbezwaar

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1940 | | pagina 20