10 April 1940 52, gehouden proefneming toch veel bevrediging vond, Is het nu niet mogelijk om een gasstraatverlichting op hoogere palen aan te brengen? Spreker meent dat men deze verlichting weinig eervol wil begraven, daar geen proef wordt geno men met hoogere palen. De heer van de Ven onderschrijft het gezegde van den heer Nooder, De Voorzitter deelt mede, dat de Raad onlangs heeft besloten om den Rijksweg electrisch te verlichten, ten behoeve waarvan door den Raad een spe ciaal tarief werd aanvaard door wijziging van de met de P.U.E.M, gesloten straatverlichtingsovereenkomst. Het is de bedoeling om een anderen weg bij wijze van proef met gas te verlichten, en als deze verlichting voldoet, kan men nog altijd een dergelijke verlichting langs andere wegen der gemeente aanbrengen. De. heer van de Ven betoogt de wenscheli jkheid om ook eenige verlichting te doen aanbrengen langs den Noorderweg nabij de Vredehofstraat. De Voorzitter deelt mede dat telkenjare door den Directeur van Gemeen tewerken een rapport wordt uitgebracht inzake het aanbrengen van noodzakelij ke lichtpunten. Bedoeld rapport zien B.en voor 1940 spoedig tegemoet, waarbij aandacht kan worden geschonken aan het door den heer van de Ven op gemerkte De heer van den Brandeler vraagt of er aan gedacht is om nu ook tijdig palen aan te koop en voor de gasverlichting, daar ook deze palen in prijs zul len stijgen. De Voorzitter deelt mede dat bedoelde aankoop voor de gemeente geen zin heeft, daar de aanleg van de straatverlichting langs den betrokken weg moet worden betaald door den exploitant. Bovendien kan deze exploitant zich wel tegen gasverlichting verklaren. Voorts zegt Spreker dat het Gasbedrijf nog wel palen in voorraad heeft. Het voorstel van B.en wordt hierna zonder hoofdelijke stemming aange nomen. De vergadering wordt vervolgens voor eenige oogenblikken geschorst. Na heropening worden nog eenige toegevoegde punten aan de orde gesteld, 45. EIGENDOMMEN (le afd.nos.1290 en 1296). Wethouder Gasille deelt mede dat, nu besloten is tot den aankoop van een huis aan den Lange Brinkweg, zonder bezwaar kan worden overgegaan tot het onderhands verpachten voor het jaar 1940 van een aan de vuilnisbelt aan den Lange Bririkweg grenzend stukje grond, groot plm, 550 M2 aan G.Visch voor een pachtsom van f.7»en van het onmiddellijk aan den weg grenzende gedeel te eveneens groot 550 M2 aan M,Ravenhorst voor een gelijk bedrag. Aldus wordt besLoten, Voorts stelt Spreker voor over te gaan tot verpachting van eenige door de gemeente onlangs aangekochte perceel en gronds aan de Molenstraat van de heeren GebrsSwagerVan de Hoef en Stam en P,van den Breemer, indien zich daarvoor gegadigden aanmelden. Deze perceelen zouden aanvankelijk ter beschik king worden gesteld van behoeftigen, doch de aanvraag om grond is dit jaar minder dan vorige jaren. Aldus wordt besloten, 46, EIGENDOMMEN (le afd.no.1298). Hierna stelt Wethouder Gasille voor om met de Diaconie der Ned.Herv.Ge meente te Soest een ruiling van grond aan te gaan, waardoor op het aan de Birkstraat hoek Eikenlaan gelegen perceel grond, kadastraal bekend als sec tie H.no.4845 na slooping van het zich daarop bevindende bouwvallige pand, drie winkelhuizen kunnen worden gebouwd. De gemeente Soest zal alsdan aan de Ned.Herv.Diaconie moeten afstaan een gedeelte grond ter oppervlakte van plm. 48 M2 zulks in ruil voor een gedeelte, groot ongeveer 77 M2> onder voor waarde, dat de op de ruiling vallende kosten voor rekening van de gemeente zullen

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1940 | | pagina 64