26 Augustus 1940 48.
De Voorzitter wijst er op, dat het hier betreft een. beschikking van den
Secretaris-Generaal, -waarnemend hoofd van het Departement van Binnenlandsche
Zaken, steunend op een verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette
Nederlandsche gebied, en dat tegen deze beschikking geen hooger beroep moge
lijk is. Op 1 September a,s. zal du3 een gedeelte van het grondgebied van
Soest en zijn inwoners naar Amersfoort overgaan. Het doet Burgemeester en
Wethouders ook leed, dat een gedeelte van het Soester grondgebied naar de ge
meente Amersfoort overgaat, doch Soest heeft in dit opzicht een goeden strijd
gestreden en men zal zich bij dit verlies moeten neerleggen. Spreker wil in
deze vergadering afscheid nemen van de inwoners uit het betrokken gebiedsdeel
en Spreker, die deze bewoners een goede toekomst toewenscht, hoopt dat het
hun onder het bestuur hunner nieuwe gemeente goed moge gaan.
De heer Hooder meent dat de door den heer Dwars gebezigde uitdrukking
minder gelukkig gekozen is, daar bij deze procedure van grenswijziging toch
de wettelijke weg gevolgd is. Van een afgappen van grond is derhalve geen
sprake» Er zullen wel meerdere gemeenten, die uit hun keurslijf zijn gegroeid
met gedeelten van andere gemeenten worden uitgebreid.
De Voorzitter merkt op dat hij er van overtuigd is, dat de heer Dwars
niet heeft bedoeld dat Amersfoort dit gebiedsdeel van Soest heeft afgegapt.
Hier is een strijd gestreden, welke door de gemeente Amersfoort is gewonnen.
Deze gebiedsoverdracht is volkomen rechtmatig tot stand gekomen.
De beschikking wordt hierna voor kennisgeving aangenomen.
g. Gemeenterekening 1939 0a bedrijfsrekeningen over dat jaar met voorstel
deze voor onderzoek in handen te stellen van de financieele commissie.
Aldus wordt besloten.
h. Verzoek van de Provinciale Utrechtsche Vereeniging tot bevordering der
hygiëne van Moeder en Kind om haar voor 1941 een hooger subsidie te ver-
leenen met voorstel dit te behandelen bij de gemeentebegrooting 1941»
Aldus wordt besloten,
i-. Brief van Mevr.B.Vihk-Vermeulen betreffende de gemeentevroedvrouw Maj,
A.P.Blok.
Besloten wordt dit schrijven te behandelen bij het desbetreffend punt
der agenda,
COMPTABILITEIT (4e afd.no.21/708).
Voorstel tot vaststelling van een besluit tot wijziging der gemeentebe
grooting 1940.
Met betrekking tot de voorgestelde verhooging van volgnummer 274 merkt
de heer Dwars op, dat een vergoeding, toe te kennen aan den persoon, die te
Soesterberg voor den Burgemeester verschillende aangelegenheden voorbereidt
en regelt, wordt uitgetrokken op een post, dienende voor de salarissen van
de ambtenaren, bedienden, conciërge, bode enz, ter secretarie. De hier be
doelde gemachtigde is toch geen ambtenaar en diens salaris dient derhalve
niet op dezen post tot uitdrukking te worden gebracht.
De Voorzitter zegt dat deze gemachtigde wordt beschouwd als te zijn een
ambtenaar in tijdelijken dienst en dat uittrekking van diens belooning op de
zen post wel juist is. Deze persoon is belast met het voeren van besprekin
gen en het voorbereiden van zaken, waaromtrent Spreker een beslissing moet
nemen.
De heer Dwars wijst op artikel 78 der Gemeentewet, bepalende dat de Bur
gemeester de gemeente vertegenwoordigt bij alle buitengerechtelijke rechts
handelingen, die voor haar moeten worden gedaan»
De Voorzitter merkt den heer Dwars op, dat deze persoon geen rechtshan
delingen, als hier bedoeld, verricht.
De heer Dwars meent dat de Raad, waar deze de gelden zal moeten votee-
ron, zeker wel het recht heeft te weten wie die heer is, die de Burgemeester
als