19 Juni 1941 6}, boekhouding voor. De heer Meurs heeft medegedeeld gebruik te willen maken van zijn recht om een uitkeering ineens te vragen en na onderhandeling is men tot een bedrag van ƒ.5.000,= ge komen. De heer Stroband vraagt of er tusschen Burgemeester en wethouders en den betrokkene geen persoon bestaat, aan wien de betrokkene verplicht is zijn inkomsten op te geven, en waaromtrent rapport moet worden uitgebracht aan Burgemeester en Wethouders. De Voorzitter, Wethouder Gasille, zegt dat zulks niet he t ge v al is. De heer Stroband acht het van zeer veel belang, dat men in voorkomende gevallen hieraan toch de aandacht schenkt. De heer Nooder is van oordeel, dat men fout handelt door deze kwestie weer op te halen. De heer Meurs is het slachtoffer geworden van het destijds ingestelde instituut van Directeur van Gemeentewerken. Spreker, die zich afvraagt of men wel verbeterd is met dit nieuwe instituut, zegt dat dit nu op een na de laatste tragedie is, welke wordt afgespeeld op den rug van Gemeentewerken. Spreker dringt er op aan het voorstel van Burgemeester en Wethouders aan te nemen en - daarover niet verder te discussieeren. Het leed, hetwelk den heer Meurs is aangedaan, weegt niet op tegen de eventueele kleine voordeeltjes, welke een accountant zou kunnen vinden. De heer Beekman wijst er op dat de heer Meurs een veer laat van 5-000,= en dat het risico voor hem zeer groot is. De heer Stroband zegt niet tegen het voorstel van Burge meester en Wethouders te zijn, doch Spreker meende een en an der naar voren te moeten brengen. De heer Hom is van meening, dat men deze zaak uit een oogpunt van gemeentebelang dient te bezien en dan is voor de gemeente een voordeel te bereiken van /.2500, zijnde een bedrag gelijk aan het wachtgeld over één jaar. De Voorzitter, Wethouder Gasille, sluit zich aan bij het gezegde van den heer Nooder. Mevrouw Landweer-de Visser vraagt of deze zaak nu defi nitief is afgeloopen en of de heer Meurs later geen enkel recht meer tegenover de gemeente kan laten gelden. De Voorzitter, Wethouder Gasille, zegt dat de heer Meurs dan geen rechten meer tegenover de gemeente heeft. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt hier na zonder hoofdelijke stemming aangenomen en het desbetreffend besluit tot begrootingswijziging vastgesteld. 74. BELASTINGEN (4e af d no5048) Voorstel tot wijziging der Legesverordening. Voorgesteld wordt de legesverordening - voorzoover leges voor ventvergunning betreft - alsnog in overeenstemming te brengen met een aanschrijving van het Departement van Binnen- landsche Zaken. Voorts wordt het wenschelijk geacht in de le gesverordening te bepalen, dat een stemdistrictsgewijs uit treksel uit de kiezerslijst tegen den kostenden prijs wordt beschikbaar gesteld. Tenslotte meenen Burgemeester en Wet houders dat in verband met de kosten, verbonden aan het ver vaardigen van een gemeenterekening, de hiervoor verschuldig de leges van 25,= tot f.J>0,= dienen te worden verhoogd. Een nieuwe verordening wordt ter vaststelling aangeboden. Burgemeester en wethouders stellen verder nog voor een wijziging

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1941 | | pagina 126