24 februari 1941 7.
heel wat minder kosten zijn gemaakt dan onder de gemeente Soest
Mevrouw Landweer-de Visser wijst er op dat het destijds door
den Raad genomen besluit voor Gedeputeerde Staten niet aan
vaardbaar was, omdat de provincie niet het onderhoud van de ka
den op zich wenschte te nemen. Uit de thans door den Voorzitter
verstrekte mededeelingen blijkt, dat nu het jaagpad in onder
houd is bij de provincie, laatstgenoemde ook zorgdraagt voor
het onderhoud der kaden. Waarom maken Gedeputeerde Staten nu
nog bezwaar tegen de voorwaarde sub d. van het raadsbesluit
van 24 Juni 1931vraagt Spreekster.
De Voorzitter zegt dat het hier eigenlijk een formeele
kwestie is. De provincie wil zich niet vastleggen aan een ver
plichting tot onderhoud van een kade, welk onderhoud bij een
waterschap berust. De practijk is echter anders en wel in dien
zin, dat de provincie zich met bedoeld onderhoud belast.
De heer Hornsveld vraagt welk belang de gemeente Soest
heeft bij deze zaak. Waar Sprekers meening komen hier de parti
culiere belangen meer in het geding dan het gemeentebelang.
De Voorzitter zegt dat de gemeente zelf geen losplaats
heeft, doch dat zij toch wel voordeel heeft van de particuliere
losplaatsen.
De heer Hornsveld is van oordeel, dat de gemeente Baarn
bij deze Eemverbetering veel meer belang heeft dan de gemeente
Soest en dat de verhoudingscijfers waarnaar bijgedragen wordt
niet juist zijn.
De Voorzitter zegt dat de inwoners van Soest toch veel
belang hebben bij een goed bevaarbaar zijn van de Hem.
De heer van den Brandeler zegt dat de verhoudingscijfers
zijn vastgesteld naar gelang van de belangen, welke elke gemeen
te bij deze zaak heeft. Deze belangen moeten op verschillende
gegevens berusten.
De heer Beekman wijst er tenslotte nog op dat vroeger spra
ke was van een druk scheepvaartverkeer. Voorts meent Spieker
te weten dat van gemeentewege toch ook losgelden worden gehe
ven.
De Voorzitter merkt op dat het laatste niet het geval is,
daar de losplaatsen aan particulieren toebehooren.
Het voorstel van Burgemeester en 'Wethouders wordt hierna
zonder hoofdelijke stemming aangenomen, terwijl de aangeboden
besluiten worden vastgesteld.
8. VEERPONT (1e afd.no.294 en 4e afd.no.21/722)
Voorstel tot het verleenen van een verhoogd crediet voor
herstelling van de veerpont aan de Groote Melm.
De kosten van een grondige herstelling zullen /.235,= be
dragen. Aangezien op den desbetreffenden post der gemeentebe-
grooting 1941 (volgnummer 442) voor onderhoud van deze veer
pont slechts een bedrag is geraamd van 60,=, verzoeken Bur
gemeester en vifethouders voor bovenomschreven doel een aanvul
lend crediet toe te staan van /.175,=* Het desbetreffend be
sluit tot begrootingswijziging wordt ter vaststelling aangebo
den.
De heer van de Ven noemt dit geen gelukkig voorstel in
verband met de onlangs door den Raad vastgestelde raming in
de gemeentebegrooting. Thans moet weer een extra orediet wor
den toegestaan, hetgeen in de begrooting tot uitdrukking ge
bracht behoorde te zijn.
De