24 februari 1941
De heer van den Arend heeft in het rapport van den Direc
teur van Gemeentewerken gelezen, dat de gemeente niet in het
bezit is van een vorderingsbewijs van de pont door de militai
ren. In dit verband vraagt Spreker of er eenige kans bestaat
dat de gemeente alsnog een vergoeding krijgt.
De Voorzitter zegt dat Burgemeester en wethouders te de
zer zake in correspondentie zijn met het Afwikkelingsbureau,
hetwelk eenige nadere inlichtingen heeft gevraagd. De aanvrage
is niet afgewezen en mogelijk zal de gemeente nog wel eenige
vergoeding kunnen bekomen.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt hierna
zonder hoofdelijke stemming aangenomen en het desbetreffend be
sluit tot begrootingswijziging vastgesteld.
9, EIGENDOMMEN (ie afd.no.95 en 4e afd.no21/721
Voorstel tot het verleenen van een verhoogd crediet voor
het verrichten van eenige herstellingen in de woning van het
hoofd der o.l.school aan de Beetzlaan.
In hun schrijven üd. 6 Februari 1941 no.95, deelen Burge
meester en v/ethouders mede, dat de kosten van binnen-verfwerk,
van herstellingen en van het aanbrengen van twee vaste wasch-
tafels worden begroot op .635,=. Aangezien op volgnummer 492,
onderdeel b. der gemeentebegrooting 1941 voor gedeeltelijk bin-
nen-schilderwerk en reparaties der onderwijzerswoning aan de
Beetzlaan slechts een bedrag van j .200,= is uitgetrokken, ver
zoeken zij den Eaad voor bovenomschreven doel een aanvullend
crediet van rond 450,= toe te staan, waarvoor een ontwerp
besluit tot begrootingswijziging ter vaststelling wordt aange
boden.
De heer Dwars merkt op dat de Directeur van Gemeentewer
ken blijkens diens rapport voorstelt om bij de onderwijzerswoning
geen kolenhok en geen aardappelopslagplaats te doen aanbren
gen. Spreker zou er wel voor zijn om van gemeentewege een ko
lenhok te verstrekken.
De Voorzitter vraagt zich af wat het plaatselijk gebruik
is. Moet de verhuurder of de bewoner daarvoor zorgdragen?
wethouder Hilhorst merkt op dat het nieuwe hoofd een ko-
lenkist vraagt. Bij de woning is evenwel een schuur, waarin
voldoende ruimte voor kolenberging aanwezig is.
De heer van den Arend wijst er vervolgens nog op dat het
nieuwe hoofd gevraagd heeft de verbindingsdeur tusschen de
beide kamers te doen verwijderen, zulks met het oog op de om
vangrijke meubels. De Directeur van Gemeentewerken vhjst op de
hooge kosten, doch Spreker acht het wel van belang, dat hier
aan de noodige aandacht wordt besteed.
De heer Hornsveld merkt op dat de constructie van de wo
ning deze verandering niet toelaat. Voorts moet niet uit het
oog worden verloren, dat wanneer het nieuw benoemde hoofd de
woning te „égnlgsk -tijd weer zou gaan verlaten, de volgende be
woners er misschien weer op zouden aandringen de verbindings
deur aan te brengen. Men moet dus thans niet te spoedig tot
veranderingen overgaan.
De Voorzitter vestigt er de aandacht op, dat een dergelij
ke verandering een dure geschiedenis zou worden.
De heer Stroband wijst op de groote kosten, welke steeds
door de gemeente moeten worden gemaakt na ontruiming van hui
zen door gemeentepersoneelIn dit verband noemt Spreker ook