24 februari 1941 9
nog de woning van liet hoofd der school in de Kerkebuurt en de
woning van den bode-conciergeVoor het verrichten van herstel
lingen aan de onderwijzerswoning aan de Beetzlaan was in de be
grooting 1941 reeds een belangrijk bedrag uitgetrokken, welk be
drag 200thans niet voldoende blijkt te zijn. Spreker
vraagt zich af of de in de begrooting uitgetrokken bedragen
voor onderhoud der huizen wel voldoende zijn. haar Sprekers mee
ning behoort een overzicht over 8 of 10 jaren omtrent het on
derhoud vastgesteld te worden, hu hangt alles in de lucht. Wordt
een z.g. exploitatie-overzicht aangelegd, dan is daarvan het
practisch resultaat, dat de onderhoudswerken over een bepaald
aantal jaren kunnen worden verdeeld.
De Voorzitter zegt dat een bedrag van 50,= gemiddeld per
huis per jaar onvoldoende is om daaruit de kosten van schilde
ren enz. te bestrijden. Een dergelijk bedrag is alleen Voldoende
voor kleine reparaties. Wanneer nu een huis van bewoner gaat
veranderen, is het altijd noodig meerdere her stellingen, schil
der- en behangwerk te doen geschieden dan in gewone gevallen.
Hoe vaak ziet men dan niet dat tengevolge van verwijderde kasten
en schilderijen een nieuw behang moet worden aangebracht. Spre
ker zegt dat de Directeur van Gemeentewerken er voor moet zor
gen, dat de huizen om een zeker aantal jaren moeten worden ge
schilderd. Spreker zegt toe dat er in den vervolge op gelet zal
worden, dat het onderhoud meer bijgehouden zal worden. De schuld
dat het onderhoud niet steeds werd bijgehouden, berust echter
niet altijd bij Gemeentewerken, want Burgemeester en Wethouders
hebben ook wel eens op door den Directeur van Gemeentewerken
voorgestelde posten moeten bezuinigen terwille van de gemaente-
financiën
De heer van de Ven is van oordeel, dat een en ander gemak
kelijk is te ondervangen, en wel door het uitoefenen eener jaar-
lijksche controle op de woningen, zooals ook bij Bijksgebouwen
plaats heeft. Geschiedt een dergelijke controle soms ook in on
ze gemeente?
De Voorzitter geeft hierop een bevestigend antwoord.
De heer van den Brandeler is van meening, dat het opnieuw
schilderen der woningen hij het jaarlijksch onderhoud moet worden
gerekend. Telken jare moet hiervoor een bepaald bedrag uitge
trokken worden en dan kan na verloop van eenige jaren het werk
uitgevoerd worden.
De Voorzitter zegt dat het niet mogelijk is om voor het her-
schilderen der woningen een jaarlijksch bedrag uit te trekken.
Eens om de zooveel jaren zal een groote post moeten worden uit
getrokken.
De heer Stroband verzoekt toch in elk geval een behoorlijk
exploitatie-C rzicht der gemeentewoningen.
De Voorzitter zegt zulks toe.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt hierna
zonder hoofdelijke stemming aangenomen en het desbetreffend be
sluit tot begrootingswijziging vastgesteld.
ONDEBWUS (1e afd.no.58).
Vaststelling van besluiten inzake verleening van een voor
schot op de gemeentelijke vergoeding, als bedoeld in art. 1QJ>, 6e
lid der Lager Onderwijswet 1920 aan de Bijzondere scholen voor
1941
Tevens wordt ter vaststelling aangeboden een besluit inza
ke
