24 februari 1941 3.
tussohenkomst van Ge Incassobank iM.V. een verzekering van gemee
tegelden tegen benadeeling door plaatselijke ambtenaren of door
anderen te sluiten bij Lloyd's Assuradeuren te Londen tot een be
drag van 75*000,=, loopencie nog tot 1 Mei 194}. Aangezien het
in verband met de tegenwoordige omstandigheden twijfelachtig is
of deze verzekering nog van kracht is, geven Gedeputeerde State
in overweging het frauderisico in elk geval op andere wijze te
dekken. De Incassobank N.V., kon er niet in slagen verzekeraars
te vinden, die tegen een redelijke premie de verzekering wilden
overnemen. De Frauderisico-Onderlinge van Gemeenten (F.O.G.
heeft echter medegedeeld, dat bij toetreding een voorschotpremie
van ƒ.536,59 per jaar verschuldigd zal zijn bij een verzekerd be
drag van ƒ.75,000, Laar: naar de meening van Burgemeester en
Wethouders het risico der gemeente door toetreding tot de F.O.G.
volledig zal zijn gedekt, stellen zij voor hiertoe te besluiten en
te dien einde het aangeboden ontwerp-besluit vast te stellen.
De heer Nooder vraagt of er voldoende zekerheid bestaat dat
de gemeente is vrijgesteld van de verdere betaling der premie van
de oude Maatschappij. Mocht zulks niet het geval zijn, dan dienen
alsnog de verplichtingen der gemeente tegenover die Maatschappij
ongedaan te worden gemaakt.
De Voorzitter wijst er op, dat de vorige iviaatschappij heeft
te kennen gegeven, dat zij thans niet meer aan hare verplichtin
gen kan voldoen, zoodat ae gemeente zioh ook van haar verplichti
gen ontslagen acht, De premie is echter voor vijf jaren vooruit
betaald, zoodat zulks dus een strop voor de gemeente is.
De heer Dwars vraagt of de gemeente nu bij de nieuwe verze
kering voor alle mogelijke gevallen volledig zal zijn gedekt.
De Voorzitter merkt op dat deze verzekering een onderlinge
verzekering van Gemeenten is, en dat geacht kan worden dat deze
in staat is te voldoen aan het door den heer Dwars bedoelde.
De heer Dwars vraagt hoelang de gemeente zich verbindt aan
deze verzekering.
Wethouder Gasille zegt dat de oude Maatschappij niet kan in
staan voor een richtige betaling ingeval van fraude. Daarom is
het noodig een verzekering met een andere Maatschappij te sluiten
Thans wordt een verzekering gesloten voor zoolang de oorlogstoe
stand duurt en hoogstens voor den tijd van drie jaren. De premie
wordt per jaar betaald. Zoodra de oorlog ophoudt, is detse verze
kering afgeloopen.
De heer van de Ven vraagt of de gemeente lid der vereeni-
ging is, waarop de Voorzitter een bevestigend antwoord geeft.
De heer van den Brandeler meent dat de gemeente toch recht
op restitutie van de premie der oude Maatschappij heeft nu deze
ingeval van fraude niet zal kunnen uitbetalen.
De heer Dwars vestigt nog de aandacht op art.5 van het Re
glement der Maatschappij en vraagt of hieruit geen moeilijkheden
voor de gemeente kunnen ontstaan.
De Voorzitter ziet geen gevaar in deze bepaling.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het voorstel van
Burgemeester en Wethouders aangenomen en het desbetreffend be
sluit vastgesteld.
5. PERSONEEL (4e afd.no.606).
Voorstel tot toekenning van een tijdelijke toelage aan gehuwd
gemeente personeeltot wijziging der salarisregeling (wijziging