2 Mei 1941 41 Secretaris-Generaal van het .Departement van waterstaat inmiddels een Rijksbijdrage is verzocht» Bij de gevoerde correspondentie is er op gewezen, dat het boven de financieele draagkracht der ge meente zou gaan orn voor de verbreeding van de Steenhoffstraat meer dan /„103= per M' per wegzijde te betalen, In verband hier mede stellen Burgemeester en Wethouders voor ten behoeve van de verbreeding van de Steenhoffstraatwelke ongeveer 800 M. lang is, een crediet toe te staan van /„16*000,= (d.w.z. 2 x 800 x 1 0en de aangeboden begrootingswijziging vast te stellen. Voorts vragen Burgemeester en wethouders machtiging deze aangelegenheid nader te regelen in overleg met den Rijkswater staat. Be heer van de Ven deel! mede dat hij aanvankelijk wilde voorstellen om dit punt der agenda aan te houden tot de volgen de vergadering, aangezien hij hieromtrent nog wat in het raidden wenschte te brengen; In de vergadering der Financieele Commis sie is door den Voorzitter der Commissie echter een toelichting op dit voorstel gegeven, waaruit Spreker is gebleken, dat er nu een andere werkwijze zal werden gevolgd dan tot dusver heeft plaats gehad ten aanzien van da verbieding der Burgemeester Grothestraat en van Waedestraat Er zijn nu drie jaren verstreken sinds een aanvang werd gemaakt met de verbreeding dezer laatste wegen. En wat is het resultaat na 1 jaren? Spreker kan zich in denken, dat men als burger ongaarne afstand wil doen van grond, maar waar er toch zooveel eigenaren grond hebben afgestaan, kan Spreker zich niet voorstellen dat, gezien de verbeteringen, wel ke tot stand worden gebracht, er nog vele onwilligen zijn, die halsstarrig blijven en geen grond voor wegverbreeding willen af staan. Spreker vraagt of het niet mogelijk is in dit opzicht een voorbeeld te stellen door bepaalde maatregelen te nemen en wel door de onwilligen met den sterken arm te dwingen tot den benoo- digden grondafstand. De particuliere belangen dienen in dit ge val te wijken voor het algemeen belang. De Voorzitter is het met den heer van de Ven eens, dat er nog altijd eigenaren zijn, die van weinig burgerzin blijk hebben gegeven. Maatregelen, als door den heer van de Ven bedoeld, kun nen niet dadelijk worden genomen, doch er staan misschien nog wel wegen open om halsstarrige eigenaren tot andere gedachten te brengen. Omtrent die maatregelen zal Spreker zich thans niet uitlaten, Burgemeester en Wethouders zullen echter trachten te bereiken wat er bij mogelijkheid te bereiken is. De heer van de Ven meent dat er wel vormen genoeg zijn te vinden om de onwilligen te dwingen tot medewerking ten behoeve van het algemeen belang. De Rijkswaterstaat zal ongetwijfeld ook wel zijn medewerking willen verleenen. De heer Hom hoopt dat de burgers hun medewerking zullen verleenen en dat zij niet het onderste uit de kan zullen vragen. Door sommige grondeigenarenwonende aan de Burgemeester Grothe straat en van Weedestraat werden eischen gesteld, welke buiten gewoon hoog en niet in het belang der gemeente waren. De Voorzitter sluit zich bij het gezegde van den heer Hom aan. De heer Beekman meent dat de heer van de Ven eens kennis moet nemen van de bezwaren van hen, die geen grond wilden af staan, Dan zal de heer van de Ven tot andere gedachten komen. De

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1941 | | pagina 82