2 Mei 1941 47.
Het wil Burgemeester en Wethouders zeer wenschelijk voorko
men, dat het gedeelte van den Hoorderweg, loopende van den Heu-
velweg tot de Vredehofstraat, met straatklinkers wordt verhard,
aangezien de bestaande toestand ter plaatse niet bevredigend is
te achten. Zij vragen machtiging tot het doen aanbrengen van be
doelde verharding, welke mede xn verband met de aanwezigheid
van de sloot ter plaatse als een voorloopige is te beschouwen.
Teneinde te voorkomen, dat derden aan de aan te brengen verhar
ding rechten sullen kunnen ontleenen, stellen Burgemeester en
Wethouders voor om voor den Hoorderweg, welke in het uitbrei
dingsplan een breedte heeft van 14 M.het profiel vast te stel
len, zooals op de overgelegde teekening is aangegeven, en een
strook langs den weg, broed 1 M«te meten vanuit het hart van
de sloot zulks overeenkomstig de desbetreffende teekening, als
privaat eigendom van de gemeente (z.g, peststrook) aan te mer
ken, Tenslotte vragen zij machtiging het desbetreffend besluit
te formuleeren.
De heer Hom brengt in herinnering, dat hij indertijd heeft
voorgesteld om in de sxoot langs den Hoorderweg een rioolbuis
te leggen. Zulks geschiedt nu niet, daar het de bedoeling is om
de sloot te laten bestaan. Spreker zag in dit verband gaarne
dat langs de sloot een afrastering werd aangebracht, zulks ter
voorkoming van ongelukken bij duisternis.
De heer van de Ven, die het voorstel van Burgemeester en
Wethouders toejuicht, vraagt of voor deze verharding voldoende
klinkers aanwezig zijn.
Wethouder Hi3.ho.rst zegt dat de klinkers gereed liggen voor
vervoer
De heer van de Ven hoopt dat deze werkzaamheden vlot zul
len verloopen-.
De heer Hornsveld acht een breedte van 14 M. voor dezen
weg onnoodig.
De Voorzitter wijst er op, dat deze breedte in het goedge
keurde uitbreidingsplan is aangegeven en dat het zonder wijzi
ging van dit plan niet mogelijk is daarvan af te wijken. Deze
zaak is thans echter niet aan de orde»
Wethouder Gasille acnt een breedte van 14 M. voor dezen
weg noodzakelijk. Het is toch immers meermalen voorgekomen, dat
het verkeer langs den hoofdweg tijdelijk omgelegd moest worden
over den Hoorderweg, zoodat deze weg alleen al uit dien hoofde
een behoorlijke breedte dient te hebben,
Mevrouw Landweer-de Visser acht het ook noodzakelijk, dat
maatregelen worden genomen, als door den heer Hom bedoeld.
De Voorzitter zegt toe dat hieraan aandacht zal worden
geschonken.
De heer Hoeder zet ook nog uiteen dat het wel van belang
is, dat ter plaatse een afwetting wordt aangebracht.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het voorstel van
Burgemeester en Wethouders aangenomen,
PERSONEELSZAKEN (4e afd.no.1498)
Voorstel om het ambtenaren-reglement niet toepasselijk te
verklaren op het personeel van den Luchtbeschermingsdienst
In de artt.115 t/m 118 van het Algemeen Ambtenarenreglement
dezer gemeente zijn bepalingen opgenomen omtrent het in dienst
nemen van personen op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.
Bij brief van 27 Maart 1941 heeft de Rijksinspecteur voor de be-
scherming