5?5 13 Juni 1946 3. trekken. Men kon onder die omstandigheden moeilijk van mij verwacii-» ten, dat ik in die eerste raadszitting een program zou ontvouwen. De raad en de burgerij moesten genoegen nemen met mijn verz-akaring, dat ik mijn beste krachten zou geven aan de bevordering van het welzijn van Soest. Als een donkere schaduw hing reeds toen de dreiging van d.en oorlog over ons land* de mobilisatie was reeds afgekondigd, de veldtocht in Polen al geëindigd en ieder oogenblik kon worden verwacht, dat ook in het Desten de storm zou losbarsten. Als om het dreigende van de situatie nog te accentueeren ontving ik op den dag der installatie een telegram, dat de opdracht bevatte om de evacuatie van een groot deel der gemeente voor te bereiden. Sn toch kwam de 10e Mei 1940 nog onverwacht, want nog al tijd hadden we gehoopt voor deze verschrikkingen gespaard te zul len blijven en niemand onzer kon zich eigenlijk een voorstelling maken van wat oorlog en bezetting nu zouden beteekenen. Het is niet mijn bedoeling hier de geschiedenis van die 5 oorlogsjaren voor U op te rakelen, maar ik kan die niet geheel verzwijgen, omdat ze een onuitwischbaar stempel hebben gedrukt op mijn ambtsperiode in deze gemeente. Met groote geestdrift bezield om hier werkzaam te zijn in opbouwenden geest aanvaardde ik mijn ambt, maar de omstandigheden nebben er nelaas toe geleid, dat er in deze jaren meer is vernield en afgebroken dan opgebouwd. Materieel gezien is dus mijn werk in deze gemeente, dat he den zijn afsluiting vindt, onvruchtbaar geweest, maar in den ge- meenschappelijken strijd en in de gezamenlijk doorstane gevaren werd een hechtere band gelegd in deze 6 jaren dan anders in een veel langere periode mogelijk zou zijn geweest. Ik kan er niet dankbaar genoeg voor zijn, dat de toenmalige raad mij reeds aanstonds zijn vertrouwen schonk. Weliswaar werd deze reeds in 1941 door den bezetter op non-actief gesteld, maar dat vertrouwen was reeds doorgedrongen tot de burgerij en steeds heb ik mij daardoor gedragen mogen voelen ook - ja juist - in de moeilijkste momenten. Talloos velen, die met hun moeilijkheden in die jaren bij mij kwamen om hulp of raad, hebben op hun beurt mij dikwijls gesterkt doordat zij mij de overtuiging gaven, dat ik nog van eenig nut kon zijn in een tijd waarin het officieels werk van den Burgemeester veelal weerzinwekkend was. Onvergetelijk zal voor mij steeds blijven de dag van den 6en Mei 1945, toen ik weer mijn intocht mocht houden in de bevrijde gemeente en hoewel ik zeer wel besefte, dat het vreugdebetoon meer de bevrijding dan mijn persoon betrof, die daarvan alleen een symbool was, de spontane hartelijkheid, die ik in die dagen mocht ondervinden, zal mij steeds een ontroerende herinnering blijven. Een dag als deze leent zich natuurlijk tot een terugblik en hoeveel reden tot dankbaarheid heb ik dan niet! Dankbaarheid voor al tot God, die ons zoo bovenmate gespaard heeft. Tot tweemaal toe werd het oorlogsgeweld bijna aan de grenzen onzer gemeente gestuitvoor groote rampen bleven zoowel Soest als Soesterberg gespaard Maar groote erkentelijkheid ben ik ook verschuldigd aan zoo talloos velen, die mij tot steun geweest zijn, waarbij ik in de eer ste plaats moge noemen den Heer Commissaris der Koningin in dit gewest, den neer Bosch Ridder van Rosenthal, die ook na de ont zetting uit zijn ambt de Burgemeesters in de provincie met raad en daad bijstond. Diep wordt het betreurd, dat door zijn ziekte Utrecht de leiding van zijn krachtige persoonlijkheid moet missen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1945 | | pagina 132