15 November 19456» veel gesproken over de democratie van ons land. Wij weten al len, hoe deze gemeenteraad tot stano is gekomen. Ik geloof* dat, willen wij werkelijk democraten zijn, wg werkelijk moeten beginnen, om de gemeentenaren in de gelegenheid te stellen, zelf hun vertegenwoordigers te kiezen. De heer van der Ven; Mijnheer oe Voorzitter. U heeft in Uw rede gesproken over den noodraad en dus ook over de bevoeg heid van dezen noodraad. Ik zou nu willen vragen, of deze noodraad toch bevoegd heid krijgt, om de begrooting te maken en hoe staat het met de oude commissiën en de afdeelingen? net is maar een nieuwsgie rige vraag, hoe wij als leden van den Raad kunnen samenwerken. Dat was de bedoeling van mijn vraag. De heer Hilhorsts Mijnheer de Voorzitter. De woorden, die in de laatste vergadering van B.en W. gesproken zijn, nerinne- ren mij aan mijn schooltijd. Ik zat toen in de tweede klas bij den ouden, (nu wijlen) meester Horvers. Ik had mijn sommen bij uitzondering goed gemaakt en hij riep mij voor de klas. Hil- horst, jongen, doe altijd je uiterste best, dat zal door de menschen altijd gewaardeerd worden. Ik kreeg een griffel en mocht twee banken verder gaan zitten. Nu ben ik weliswaar geen twee plaatsen vooruit gegaan, hetgeen achter mij ligt, was eenter een prachtig vruchtdragend werk, al was er niet altijd eenstemmigheid, wij hebben toch steeds veel kunnen bereiken. In het bijzonder gedenk ik ook den heer Sasille, die zoo veel voor de gemeente gedaan heeft. Hij was er altijd op uit, de bevolking het mooie der omgeving te doen zien, en vooral in de bosschen, die hij onder zijn beheer had, is onder zijn lei ding veel tot stand gebracht, o.a. de aanleg der verschillen de fietspaden. Ik wensch hem toe, dat hij nog vele jaren van zijn welverdiende rust mag genieten. Ik dank ook de ambtenaren der gemeente en die van gemeen tewerken en openbare werken, voor oen krachtigen steun, die zij mij, vooral in het begin, toen ik als raadslid, maar ook als boer in hun midden kwam, hebben verleend. Het was een vruchtdragend werk, wat ik heb kunnen verrichten. Nu kom ik tot het punt, de nieuwe Wethouders. De Raad van de gemeende Soest heeft dan hedenmiddag dit besluit geno men; voordat een kiesman de gelegenheid kreeg, zijn meening te uiten, weraen twee nieuwe Wethouders gekozen. Ik zal daar in deze vergadering niets meer over zeggen, maar de Katholie ken kunnen gerust zijn, ik kom hierop nader terug. Ik feliciteer de beide Wethouders met hun benoeming en wensch hen toe, oat hun werk een vruchtdragend werk zal zijn; in het belang oer gemeente Soest zal ik hen steunen zooveel mogelijk is. Ik dank U, Mijnheer de Voorzitter. De heer Ooms.' Mijnheer de Voorzitter. De ant-Revolutionnai' re partij heeft zich uitgesproken tegen de Noodgemeenteraden. Ook ik vind de tijdelijke gemeenteraden geen gelukkigen vorm, omdat zij niets van den democratischen vorm hebben. Dat ik hier toch zit en ik den zetel in dezen Raad toch heb aanvaard, die mij is aangeboden, dat vindt zijn grond in het feit, dat ik, hoewel A.R. en ook geen voorstander van de zen vorm van gemeente-regeling, gemeend heb, dat na vijf jaar negatief gewerkt te hebben, (want ook al was men positief werkzaam

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1945 | | pagina 30