15 November 19457.
werkzaam in het afbreuk doen aan oen vijand, deed men eigen
lijk geen positief werk), men moest komen tot opbouw.
hit is dan ook de oorzaak, dat ik toch in den gemeente
raad van Soest zitting het.* Wel wil ik echter steeds aandrin
gen, dat wij voor oogen houaen, dat wij niet door het volk zijn
gekozen en dat de Raad, die hier zit, niet weergeeft, wat in
het hart der bevolking leeft. Ik aank U.
Ne Voorzitter antwoordt;
Allereerst dan den heer Nooder, deze heeft gesproken
over de straatverlichting en wel speciaal over ce straatver
lichting in Soesterberg. Mijnheer Nooder, ik meen, ik ben er
echter niet heelemaal zeker van, dat de P.U.ü.M. een gebruik
toestaat van slechts IQft van het vooroorlogscne rantsoen.
Ik zal natuurlijk mijn uiterste best doen, om dit rantsoen
ook voor Soesterberg inderdaad van toepassing te laten worden.
Nan hebt U gesproken over de scholen in Soesterberg en
in het bijzonder over de openbare school in Soesterberg. In dit
verband wil ik er even op wijzen, dat de openbare school in
een uitzonderlijk gunstige positie verkeert, doordat deze
school vrij is gebleven van bezetting, het is de eenige open
bare school, die vrij is gebleven. Ik weet ook, dat de scnool
wat betreft zijn restauratie, in onze aandacht moet blijven,
maar veel dringender is de nood voor de scholen hier in Soest.
Wat de openbare scholen betreft, de beide openbare scholen
hier in Soest zijn bezet geweest, zoowel door de Nuitschers,
als door de Canadeezen en hoewei, zij op het oogenblik beide
vrijgegeven zijn, is er slechts een in bruikbaren toestand,
en wel de openbare school in de kerkebuurt. Waarom de school
in Soesterberg no6 geen groote beurt heeft gehad is geen, kwes
tie van bezuiniging die een rol speelt.
Ne groote moeilijkheden waar Openbare Werken voor zit,
zijn in hoofdzaak moeilijkheden van materiaal. U heeft ook ge
sproken over het schiloeren van de scnool. Men zou de school
kunnen schilderen, maar men kan daarvoor niet beschikken over
het materiaal, wat men graag hiervoor zou willen gebruiken.
Ging men er toch toe over, dan zou het slecnts een voorloo-
pig opknappen zijn, maar het groote bezwaar is, dat het bij een
voorloopige behandeling zou moeten blijven.
Zien wij ook de andere scholen in Soesterberg, die zijn
inderdaad in een veel slechteren toestand. Ne Christelijke
school is practisch verwoest. Ne weoeropbouw verlangt veel
tijd en groote kosten. Ne R.K.school is weder in gebruik geno
men nadat zij was vrijgekomen. Zij heeft natuurlijk door de be
zetting geleden, maar zij verkeerde niet in zoo'n slechten
toestand, dat zij niet in gebruik genomen kon worden.
Op die manier bezien, is de toestand waarlik niet slech
ter dan in Soest, integendeel, ik geloof dat de toestanden
van het onderwijs in Soest ongunstig afsteken, niet alleen
tegenover Soesterberg, doch ook tegenover de omliggende ge
beenten.
Ne gemeente heeft te kampen gehad met een voortdurende
en zware legering van troepen, zoowel van Nuitschei kantals
later van Canadeesche zijde en de manier waarop de troepen
gebruik maken van het hun geboden onderdak, dat is niet al
tijd - ik wil geen onwelwillende woorden gebruiken - beschaafd,
en wanneer wij dus op het oogenblik van de zestien scholen er
weer