2 April 1947 41#
nancieele positie voor de gemeente te komen,,
Mevrouw BUNGENER-Odinot had een begrooting verwacht, waar
in rekening zou zijn gehouden met den noodtoestand, waarin de be
volking na den oorlog verkeert, een begrooting dus, die reke
ning zou houden met de noodzakelijkheid van zorg voor de jeugd,
o,a. op het gebied van kleuteronderwijs, speeltuinen, sport. En
een begrooting, waarop een flinke post uitgetrokken zou zijn
voor verhooging van het gezondheidspeil en voor woningbouw.
In plaats daarvan onderscheidt deze begrooting zich in we
zen niet van een begrooting van voor den oorlog. Door de in de
ze gemeente voor den oorlog gevoerde politiek, is juist in Soest
de achterstand op allerlei gebied buitengewoon groot. Immers,
de industrie werd geweerd, de bouw van arbeiderswoningen werd
niet met voortvarendheid aangepakt, In plaats daarvan gaf men
den grond speculanten in Soest de vrije hand. Door deze factoren
is Soest nooit tot ontplooiing kunnen komen en zit men thans
met de erfenis van hei' reactionnaire beleid van de partijen van
voor den oorlog.
Spreekster verheelt zich niet, dat de uitvoering van de
taken die noodzakelijk zijn en waarvan zij de uitvoering had ver
wacht, practisch onmogelijk geworden is door den financieelen
toestand, waarin de gemeente verkeert, Domineerend op de begroo
ting is het tekort van 250.000,=. Reeds het aanwezig zijn van
dit groot tekort zal iedereen huiverig maken om posten, ook
waar dit noodzakelijk zou zijn, te verhoogen.
De fout ligt niet bij Soest, want practisch zijn alle inkom
stenbronnen aangeboord. De fout ligt bij de regeeringspolitiek
die tengevolge heeft gehad, dat negen van de tien gemeenten nood
lijdend zijn geworden. De regeering van de Partij van den Arbeid
en van de Katholieke Volkspartij heeft de militaire uitgaven op
geschroefd tot 600,= per gezin en per jaar, terwijl de begroo
ting voor sociale doeleinden slechts het negende deel bedraagt
van de militaire begrooting. Het is logisch, dat bij een derge
lijke politiek de financiën van de gemeenten in het gedrang moe
ten komen. Doordat de regeering dezen toestand handhaaft, be
slist zij ook in feite over de politiek en de uitgaven van de ge-
meentebe sturen. Hiermede tast zij in wezen de democratie aan,
die juist het sterkste is wanneer zij zich ontplooien kan in den
laagsten vorm van de gemeenschap, het gemeentebeleid.
In plaats dat de regeering in snel tempo de onafhankelijk
heid van de honderden gemeenten herstelt, wacht dit nog steeds
op het rapport van de Commissie-Oud. En zoo is men in staat om
zijn verderfelijke politiek, die ons land dreigt te storten in een
financieelen chaos, ter wille van militair machtvertoon, voort
te zetten.
Daarom is er, ondanks het groote tekort op de begrooting,
voor spreeksters fractie geen reden de noodzakelijke eischen op
sociaal en cultureel gebied pasklaar te maken aan het algemeen
tekort en is zij tegenstander van een nieuwe aanpassingspolitiek,
zooals die wordt voorgestaan door de anti-revolutionnairen en
de katholieken. De gemeente is te vergelijken met een huisvrouw,
die reeds op Woensdag door haar weekloon is, In den beginne kan
haar man er haar op wijzen, dat zij zuiniger moet zijn, doch als
blijkt, dat zij onmógel ijk rond kan kernen, zal haar man opslag moe
ten vragen aan zijn baas. De gemeente staat er net zoo voor. De
haar door het Rijk toegewezen middelen zijn zeer onvoldo-onde
Spreekster kan daarom niet alleen het oog gericht houden op een
sluitende begrooting, doch moet aandringen op ruimere financiee-
le middelen en zal bij diverse posten verhooging voorstellen.
De heer NOODER acht deze begrooting in zooverre niet in