31 Juli 1947 91.
De heer SCHAAFSMA waarschuwt er tegen, dat het hetere
in de toekomst de vijand zou worden van het goede in het heden.
Spreker vraagt voorts, of er geen einde kan worden ge
maakt aan het houden van wielerwedstrijden te Soesterberg op
Zondag. Dit zijn maar sukkelachtige wedstrijden, De mensen moe
ten 100 km. rijden en krijgen een traject van 2-g- km. zeer onge
baande wegen. Er bestaat zeer weinig belangstelling voor, ze
duren een uur of drie en al die tijd is de vrijheid van verkeer
opgeheven.
De VOORZITTER deelt mede, dat de toestemming voor deze
wielerwedstrijden wordt verleend door Gedeputeerde Staten. Er
zijn mensen die voor deze wedstrijden voelen, anders zouden zij
niet worden georganiseerd. De wielerwedstrijden moeten plaats
hebben over de openbare weg en nu is de moeilijkheid, dat er
in Soesterbog geen afgelegen openbare wegen zijn, waarop men
goed kan rondrijden. Men komt door de bebouwde kom, hetgeen zijn
bezwaren meebrengt, Omdat de deelnemers van verre moeten ko
men, schijnt het practisch niet mogelijk te zijn deze wedstrijden
anders dan op Zondag te houden.
De heer NOODER acht het noodzakelijk de vrijheid voor hot
houdon van dergelijke wedstrijden open te laten. Do monsen die
naar deze wedstrijd kijken, zitten in ieder geval niet in de
kroeg, en dat is al een groot voordeel. Het bezoek schijnt nog
al mee te vallen, want de wedstrijd leverde geen verlies op.
De heer SCHAAFSMA zegt, dat men nooit een kwaad magver-
ontschuldigen met een nog groter kwaad. De heer Nooder zegt,
dat men beter naar een dergelijke wedstrijd kan kijken of er aan
kan deelnemen dan dat men in de kroeg zit.
De heer NOODER* Heen, ik heb gezegd j dan zitten ze niet
in de kroeg.
De heer SCHAAFSMA acht het geen juist standpunt de men
sen een bepaald kwaad maar te laten doen, omdat zij misschien
anders een nog groter kwaad zouden doen.
Mevrouw IANDWEER-de Visser merkt op, dat er gegadigden
zijn voor de betrekking van maatschappelijk werkster, maar zij
heeft tot haar spijt op de agenda voor deze vergadering geen
punt aangetroffen om een maatschappelijk werkster te benoemen.
De wethouder de HAAN zegt, dat de benoeming van een so-
öiale werkster niet door de Raad, maar door B.en 7/. zal ge
schieden. Overeenkomstig de gewoonte zijn aan de vroegere werk
gevers van de sollicitanten vragenlijsten gezonden. Toen op
grond hiervan een overzicht was verkregen, hadden zich een
aantal-geschikte candidaten teruggetrokken wegens benoeming
elders. Bovendien was er een misverstand omtrent het salaris.
Verschillende van de candidaten waren ook te oud, maar waar
schijnlijk zal er binnenkort een maatschappelijk werkster benoemd
worden.
Mevrouw LANDvVEER-de Visser is van oordeel, dat er te wei
nig haast achter de zaak is gezet. Anders was het misverstand
omtrent het salaris misschien aan de dag gekomen. Intussen
hoopt spreekster binnenkort te vernemen, dat er iemand be
noemd is.
Spreekster vraagt vooras, waarom het wachthuisje op Nieu-
werhoek nog niet is gebouwd.
De wethouder van ZADELHOFF deelt mede, dat de goedkeu
ring van Wederopbouw nog niet is ontvangen.
De heer OOMS verzoekt B.en W. aan de eigenaren van eet-
automaten te vragen papiermanden bij hun apparaten te plaatsen
of dit van gemeentewege te doen.