30 December 1947 142.
gens periodieke aftreding van Mr.S.P.Baron Bentinck en J.Baars,
leden van het bestuur van de Instelling voor Maatschappelijk
Hulpbetoon (zie prae-advies nr.62).
De VOORZITTER verzoekt de heren Dorresteijn en van 't
Klooster met hem het stembureau te vormen.
De heer NOODER acht het van belang geen winkeliers op
de voordracht te plaatsen in verband met het gevaar voor ge
dwongen winkelnering.
Uitgebracht worden 19 stemmen op de heer Bentinck, 18
stemmen op de heer Baars en 1 stem op de heer Hogeboom, zodat
de heren Bentinck en Baars zijn benoemd.
155. Voorstel inzake wijziging gemeentebegroting 1947 in verband
met opmerkingen van Gedeputeerde Staten (zie prae-advies nr.
57). Mevrouw BUNGENER-Odinot meent, dat 3.en met hun voor
stel om de posten 627A en 639A van de begroting af te voeren
vooruitlopen op een vermoedelijk door Gedeputeerde Staten in
te nemen standpunt.
De VOORZITTER zegt, dat dit niet het geval isj Gedeputeer
de Staten hebben verklaard de begroting niet te zullen goed
keuren, wanneer deze posten niet worden gesohrapt.
Het voorstel wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming
- aangenomen.
156. Voorstel tot toevoeging van een artikel aan de Verordening
inzake de heffing van een belasting op de honden (zie prae-
advies nr.60 en raadsbesluit nr.218).
Dit voorstel wordt door de Voorzitter namens B.en te
ruggenomen.
157. Voorstel tot wijziging van het raadsbesluit dd. 27 December
1946 inzake toepassing van het II.B. G.362 ten aanzien van hot
gemeentepersoneel (zie prae-advies nr.58 en raadsbesluit nr.
215).
Dit voorstel wordt zonder discussie of hoofdelijke stem-
ming aangenomen.
158. Voorstellen inzake gemeente-eigendommen:
a. betreffende ruiling met en verkoop van grond en opstallen
aan de Vereeniging tot Opvoeding en Verpleging van Idioten
en Achterlijke Kinderen gevestigd te Utrecht (zie het U ter
gelegenheid van de vorige vergadering toegezonden prae-ad-
vies nr.54 en het hierbij gevoegde raadsbesluit nr.222);
b. tot verhuur aan de Staat der Nederlanden (Ministerie van
Oorlog) van de villa Braamhage met voortuin;
c. tot verpachting van grond gelegen aan de Lange Brinkweg
aan J.W.Adams (zie raadsbesluit nr.213);
d. tot onderhandse huur van grond achter het raadhuis van de
N.V. Nederlandse Spoorwegen (zie raadsbesluit nr.206).
Mevrouw POLEÏ-Musler vraagt zich af, hoe het mogelijk is,
dat enige weken geleden reeds berichten in de pers zijn ver
schenen, dat de sub b. vermelde villa Braamhage zou worden
verhuurd. Daarbij werden enige onaangename opmerkingen gemaakt.
Kunnen dergelijke publicaties niet voorkomen worden?
De VOORZITTER moet het antwoord schuldig blijven, daar
hij niet weet, hoe bedoelde berichten in de pers zijn gekomen.
Indien hij het'kanaal wist, zou hij het kunnen stoppen, maar hij
kent het niet.
Mevrouw van der SWAN de Kiewit vraagt, waarom deze villa
niet kan worden ingericht voor bewoning door vier of vijf ge
zinnen. Het paleis ligt in Baarn en heeft huizen genoeg om er
de marechaussee in onder te brengen.
De VOORZITTER meentdat op Braamhage twee gezinnen ko-