Spreekster zou het verstandiger gevonden hebben, wanneer B.en W.
niets hadden toegezegd en is voor verwerping van het voorstel.
De heer SCHAAFSMA zegt, dat wanneer de Raad op het voorstel^
van B.en W. ingaat, dan moet hij daarin een zeker belang zien
dat er niet is. Adams heeft dan iets verkocht, dat hij niet leve
ren kan.
De VOORZITTER merkt de heer Schaafsma op, of het wel be
kend is, dat Adams verkocht heeft wat hij niet leveren kan en
vraagt zich af wat in het contract staat.
De heer KRIJUFF vindt de transactie vuil. De gemeente heeft
geen enkel belang bij een andere pachter en zegt medewerking te
weigeren. De andere juridische kwestie laat hij buiten beschou
wing.
De VOORZITTER zegt, dat B.en W. twee mensen van dienst heb-m-
ben willen zijn.
De heer OOMS vraagt zich af of de beide partijen geen pres
sie willen uitoefenen op de Raad door een contract aan te gaan L
als hier heeft plaats gehad. Spreker ontraadt aanvaarding van
het voorstel van B.en W. in de openbare vergadering.
Vanuit de Raad wordt aan de Voorzitter verzocht deze zaak te
nog eens met de koper van Eijden te behandelen. Mogelijk geeft
dit meer licht in deze duistere zaak.
De VOORZITTER sluit de discussies en de Raad gaat over in ;e-
openbare vergadering.
De Secretaris
De Voorzitter