2.
bedraagt 85oo m2. In de Agrarische Commissie is terecht
opgemerkt, dat de prijs aan de hoge kant is, maar de tegen
woordige eigenaren hebben hem voor f 4400,- gekocht en gezien
de bestaande landhonger is het niet uitgesloten te achten,
dat ook anderen een hoge prijs voor de grond zouden willen
betalen. Pogingen om door besprekingen met Gebrs. Wildenburg
tot een lagere prijs tekomen, hebben niet tot succes geleid
en de makelaar heeft geadviseerd de grond liever op de veiling
te kopen. Indien de gemeente degrond niet koopt, zullen de
Gebrs. Wildenburg hem namelijk in veiling brengen. De land
bouwkundige ingenieur van het Ministerie van Landbouw, de
heer De Jong, heeft er op gewezen, dat de gemeente in geval
van onteigening een zeer behoorlijke prijs zou moeten betalen.
Hij is uitgegaan van een landbouwwaarde van grond van f 2 5oo,-
tot f 3ooo,- per ha, terwijl daarenboven een schadevergoeding
voor verlies van inkomen moet worden betaald, welke vergoeding
wordt berekend naar de opbrengst van de gronden in de jaren
1945-1946 en deze opbrengst bedraagt f 16o,- a f 17o,- per ha.
Zodoende zal men tot een prijs komen van f 0,85 tot f 1,- per
m2, terwijl de prijs bij aankoop voor f 3ooo,- en met inbegrip
van de grondverbetering op 60 cent per m2 komt. Op deze grond
ligt geen pacht en kan dus voor ruiling worden gebruikt.
Spreker zou er voor voelen voor deze grond op de veiling
tot f 3.ooo,- te gaan.
De heer CLEMENS vraagt, of het wel verantwoord is
ter wille van een bedrag van f 5oo,- het risico te lopen, dat
de grond in andere handen komt.
De wethouder VAN ZADELHOFP is van mening, dat een boer,
gezien de tegenwoordige opbrengst van achter in de vier honderd
gulden per hectare, misschien wel f 6000,- voor de grond zou
kunnen geven.
De heer SCHIMMEL is van oordeel, dat de grond in kwestie