5.
De VOORZITTER zegt dat het pad een uitweg zal kunnen
krijgen naar de Amersfoortse straatweg en dat men, na deze
weg een eind te hebben gevolgd, later weer het fietspad
zal kunnen nemen.
De heer NOODER stelt in de eerste plaats de vraag,
of een pad dat 30 jaar lang voor het publiek toegankelijk
is geweest, op grond van de daar geschapen omstandigheden
als openbare weg kan worden opgeheven.
In de tweede plaats wijst spreker er op, dat aan de
Amersfoortse straatweg nog verschillende percelen liggen,
die niet zijn bebouwd. Waterstaat is niet scheutig met het
verlenen van uitgangen aan de weg, maar kan men niet
door het leggen van een paralelweg de mogelijkheid openen
om deze terreinen te bebouwen? Daarbij zou dan langs een
weg uitgang kunnen worden gegeven aan de Amersfoortse
straat.
In de derde plaats herinnert spreker er aan, dat
indertijd een bouwvergunning is verleend aan de heer De
Ko^f. In het vorige uitbreidingsplan van de heer VanWEs
lag een weg geprojecteerd. Nadat zijn zaak is verbrand
of althans nadat hij in ongelegenheid is gekomen, is dat
terrein verkocht. Daar liggen toch meer gelegenheden waar
men zou kunnen bouwen. Het is dan geen lintbebouwing,
althans niet zo dat het aan de hoofdweg komt. Spreker
vraagt of er gelegenheid is nog meer bij te bouwen.