- 21 januari 1959 - 9. De VOORZITTER deelt mede, dat op het ogenblik voor Grootveld geen andere woning beschikbaar is. Als uiteindelijke oplossing denkt het ooilege in de richting van weer een ambtswoning met een terrein waarop materiaal van de gemeente kan worden geplaatst. Met een woningwetwoning kan hij niet worden geholpen; men heeft een terrein op het oog, maar dit is nog geen gemeente-eigendom. Dit betekent dat voor Groot- veld een tijdelijke oplossing moet worden gevonden; de vorm van deze tijdelijke oplossing is echter nog niet bekend. De heer D. DS HAAN merkt op, dat Grootveld dan tweemaal moet verhuizen. De VOORZITTER zegt dat wanneer Grootveld in verband met zijn werk op last van de gemeente moet verhuizen, de gemeente de verhuiskosten op zich zal nemen. De heer HILHORST vraagt of de woning van Grootveld een ambtswoning is. De VOORZITTER zegt dat zij wel als zodanig kan worden aangeme rkt De wethouder VAN ZADELHOFF merkt op dat het formeel géén ambtswoning is. De VOORZITTER zegt dat het volgens het Bezoldigingsbe sluit geen ambtswoning is; het is echter wel een woning van de gemeente, die Grootveld als ambtenaar heeft gekregen. De heer HILHORST wil het voorkomen, dat het principieel niet juist is voor de verhuizing vergoeding toe te kennen. Dan zou men ook van iedere particuliere eigenaar die de huur opzegt verhuisvergoeding kunnen vragen. Elke huurder weet, dat een huur kan worden beëindigd. Spreker is er wel voor, dat betrokkene schadeloos wordt gesteld, omdat hij in een minder voordelige positie komt te verkeren, maar principieel heeft hij op schadevergoeding geen recht. De VOORZITTER zegt niet te weten of Grootveld in dit geval wel als een gewone huurder kan worden beschouwd. Men zou het begin van zijn komen in de gemeente moeten nagaan. De wethouder VAN ZADELHOFF is van mening dat de gemeente, wanneer zij verlangt dat een buurder vertrekt, de kosten van de verhuizing behoort te betalen. Wanneer iemand een huis koopt voor zelfbewoningheeft de huurder het recht nog 3 j&ar in het huis te blijven wonen. Wanneer de gemeente zou gaan procederen, zou de rechter haar zeker opdragen de verhuis kosten te betalen. De heer HILHORST merkt op, dat het geenszins zijn be doeling is de betrokkene geen schadeloosstelling te geven. Hij zou er echter tegen zijn wanneer hetzelfde voor een par ticuliere eigenaar zou gelden. De wethouder VAN ZADELHOFF; Dan krijgt men te maken met de termijn van drie jaar. De heer HILHORST; Hoelang heeft de betrokkene dit huis bewoond, terwijl het eigendom van de gemeente was? De wethouder VAN ZADELHOFF; Lang. De heer HILHORST; Dan speelt die termijn van drie jaar hier ook geen rol. De VOORZITTER deelt mede, dat de kwestie van de drie jaar een rol speelt, wannneer iemand een huis voor eigen bewoning koopt. Hij kan dan na drie jaar de huurder uit het huis procederen. Na drie jaar zijn dan de belangen van de eigenaar zo zwaar gaan wegen, dat de kantonrechter de vorde- - ring -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1959 | | pagina 18