- 21 oktober 1959 - 113. De heer ELBERTSE: Maar kan deze toestand blijven voortduren, nu het raadsbesluit niet is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten? De VOORZITTER zegt, dat Gedeputeerde Staten eventueel tot ontruiming zouden kunnen overgaan, wanneer de gemeente dit niet doet. B&W achten zich echter niet gerechtigd mensen op straat te zetten zonder dat hun enige andere redelijke woonruimte kan worden aangeboden De heer ELBERTSE acht de huidige toestand toch niet erg juist. De VOORZITTER zegt dit eveneens een zeer ongelukkige gang van zaken te vinden. Blijkbaar zijn Gedeputeerde Staten niet voldoende doordrongen van de grote moeilijkheden, die er te Soest op het gebied van de woningvoorziening bestaan. Het college zal hierover binnenkort een brief aan Gedeputeerde S taten schrijven. Spreker is gaarne bereid een afschrift van de brief voor de raadsleden ter inzage te leggen. Hierop wordt de brief voor kennisgeving aangenomen. e. Brief van de hoofdinspecteur van politie d.d. 23 september 1959 in zake een door de heer A.P.Hilhorst in de vorige raadsvergadering geuite klacht over het optreden van de politie door burgemeester en wethouders ter kennisneming van de raad aangeboden. De heer HILHORST wil gaarne erkennen - hoewel hij meent, dat zijn in de vorige vergadering gestelde vraag verantwoord was, hetgeen achteraf ook volkomen juist blijkt - het te betreuren, de naam te hebben genoemd van de desbetreffende agent. Het is zeker niet zijn bedoeling geweest op deze, in welk opzicht dan ook, een blaam te werpen. Spreker is er dankaaar voor, dat het toezicht aanmerkelijk is toe genomen, waardoor het gesignaleerde kwaad tot een minimum is terug gebracht Het heeft hem enigszins gestoten, dat in het rapport herhaaldelijk wordt gesproken van "boer". Dit is taal die in een officieel rapport niet thuis hoort. Er was hier bovendien in het geheel geen boer in het geding. Het betrof een chef-maalknecht Spreker verzoekt het college het rapport in portefeuille te houden, zodat men daar bij de behandeling van de begroting in de afdelingen op terug kan komen. De VOORZITTER zegt de verklaring, waarmede de heer Hilhorst zijn betoog aanving, op prijs te stellen. Spreker wijst er voorts op, dat de burgemeester als hoofd van de politie geen verantwoording verschuldigd is aan de raad over het optre den van de politie. Daar de heer Hilhorst bij de rondvraag in het open baar een klacht over de politie had geuit, meende spreker dat het ver standig was alle raadsleden van de gang van zaken op de hoogte te stellen. Ver.der kan echter geen verantwoording aan de raad over het politie beleid worden afgelegd, want dat staat de gemeentewet niet toe. f. Schrijven van de heer A. J.Alders omtrent de verkaveling van een hem toebehorend perceel aan het Kerkpad en de Lange Brinkweg. Dit schrijven wordt gesteld in handen van B&W om preadvies. 185. Voorstel tot het verlenen van ontheffing van de hinderwetsverordening aan de N. VIndustrieële Producten Compagnie te Schiedam t.b.v. de uitbrei ding van de benzine-installatie bij het perceel Kerkstraat 1 (1-1470). 186. Voorstel tot voorlopige vaststelling van de uitgaven van het openbaar lager onderwijs over 1958 (1-1468). 187. Voorstel tot voorlopige vaststelling van de uitgaven van het openbaar kleu teronderwijs over 1958 (1-1469). 188. Voorstel tot het verlenen van medewerking als bedoeld in artikel 72 der Lager-onderwijswet 1920 aan: a. het RK. schoolbestuur Soestdijk ten behoeve van het aanschaffen van zonwerende gordijnen en verduisteringsgordijnen voor de Mariaschool (1-1467); b. het bestuur van de stichting Engendaalschool voor het aanschaffen van enkele nieuwe leermethoden (1-1483). Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. - 189. -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1959 | | pagina 226