- 9 -
135.
deze extra oplage kan men dan desnoods nog verrekenen van het ene
potje in het andere.
Spreker is overigens bereid te praten met het schoolhoofd over
de vraag, of er geen mogelijkheden zijn waardoor men zonder dure
oplossing toch in de goede richting komt. Dit laatste acht hij niet on
mogelijk
Als antwoord aan de heer Elbertse zegt hij, dat niet iedere
keer het standpunt van de inspecteur behoeft te worden gevraagd. Dit
standpunt is bekend. Deze zaak heeft men hier reeds enige keren aan
de orde gehad. Toen is hierover met de inspecteur mondeling kontakt
opgenomen om precies de beweegredenen te weten, die tot het standpunt
van de inspectie en het departement hebben geleid.
De heer DIJKSTRA leidt ook uit de woorden van de wethouder af,
dat geen nadere precisering is gegeven aan het criterium van de Lager-
onderwijswet en dat hier hoogstens van een beleidsrichtlijn vanwege
het departement kan worden ^esproken. Er.is dus geen enkel wettelijk
bezwaar tegen inwilliging van het verzoek van de school in Hees.
Dankbaar is spreker voor de toezegging van wethouder de Haan,
dat deze bereid is zich nader met het hoofd van het schooltje te Hees
in verbinding te stellen. Zou de wethouder in deze echter een iets
concretere toezegging kunnen doen? Daarvan wil spreker dan graag zijn
stem laten afhangen. De zaak komt voor hem natuurlijk geheel anders
te liggen, wanneer de wethouder concreet zou kunnen zeggen; Ik heb
nog iets in het magazijn; of; Ik weet dat van een der andere scholen
binnenkort een dergelijke apparatuur vrijkomt, waarmede de school in
Hees kan worden geholpen.
De heer EDBEHTSE merkt op, dat het jammer is, dat de inspecteur
deze zaak mondeling heeft behandeld. Een schriftelijke behandeling
had het voordeel opgeleverd, dat de jurisprudentie waarover de gemeente
beschikt, behoorlijk was vervolmaakt.
De wethouder K. DE HAAN zegt dat men met de opmerking van de
heer Dijkstra ten aanzien van het wettelijk bezwaar terugkomt op de
vraag, wat onder het begrip normale aan het onderwijs te stellen eisen
moet worden verstaan. Tien jaar geleden waren die eisen anders dan nu.
Op het ogenblik wordt deze apparatuur beslist niet toegestaan voor
een dergelijke kleine school, en zeker niet ten aanzien van een
gemeente die er financieel niet erg rooskleurig voorstaat, Wanneer
men daarvoor goede gronden heeft, kan men desondanks proberen een
dergelijke voorziening er door te krijgen. Het college meent echter
in deze te moeten staan achter de opvatting van het departement en
van de inspectie, dat door een dergelijke voorziening voor een school
als de onderhavige de normale aan het onderwijs te stellen eisen zouden
worden overschreden.
De heer DIJKSTRA; Maar bij een wandschildering van 1500
vindt men dat niet!
De wethouder K. DE HAAN merkt op dat dit ook wel even anders
ligt. Daarbij gaat het per lokaal. Verhoudingsgewijs ligt dit bij een
school met drie lokalen en bij een school met zes lokalen volkomen
gelijk. Ten aanzien van de verlichting ligt het precies zo, Wanneer
men drie lokalen moet verlichten, is men veel gookoper uit, dan wan
neer men zes lokalen moet verlichten. Het door de heer Dijkstra aan
gevoerde punt van verlichting enz. is dan ook geen argument.
De heer Dijkstra heeft voorts een concrete toezegging gevraagd.
Spreker is echter niet bereid al te concreet te worden. Dan zou hij
waarschijnlijk ook het schoolhoofd op een of andere wijze binden.
Hij wil deze zaak eerst rustig met het hoofd van de school bespreken.
Het is ongewenst een concrete toezegging te doen, wanneer men niet
weet welke kant men uit zal gaan.
Hierop wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
- 233- -