- 21 januari 1959 - 16.
dracht staat, dat de derde auto ook wordt gebruikt door
gemeentewerken. De directeur van gemeentewerken beschikt
achter over een eigen auto. Het gebruik dat gemeentewerken
van deze derde auto maakt zal dan toch wel zeer geringzijn.
Hetzelfde geldt voor de ontvanger, die van de trein gebruik
maakt, wanneer hij buiten de gemeente moet zijn. Men kan
zelfs wanneer men naar Soesterberg moet van een openbaar
vervoermiddel gebruik naken. Voor deze onderdelen behoeft
dus niet een auto ter beschikking te staan voor de normale
uitoefening van de dienst. Hetzelfde geldt voor het gemeente
bestuur. Verschillende leden van het college beschikken
over een auto of een ander gemotoriseerd vervoermiddel.
Wanneer het voorstel wordt aangehouden, kan de raad een
duidelijk inzicht worden gegeven in de urgentie van de
autovergoeding voor de hoofdinspecteur en kan een split
sing ten opzichte van de reeds bestaande autovergoedingen
worden gemaakt. Mocht het voorstel tot aanhouding van de
voordracht worden verworpen, dan zal spreker tegen het
voorstel van het college stemmen.
Hierop wordt het voorstel van de heer van Andel om
de voordracht aan te houden aangenomen met 12 tegen 9
stemmen.
Voor hebben gestemd de leden; van den Arend, van
Andel, Dijkstra, de Bruin, Elbertse, Kalden, Berkelbach
van der Sprenkel, D de Haan, Hilhorst, Oranje, Brouwer
en mevrouw van Goor-Cleton.
Tegen hebben gestemd de leden; Hom, van Zadelhoff,
mevrouw Polet-Musler, Pieren, Grift, van Roomen, K. de
Haan Klarenbeek en Versteijne.
12. Voorstel tot wijziging van de verordening op de heffing en
invordering van een recht voor het ophalen van vuilnis in
de gemeente Soest IV-"1337-6683
13. Belastingreclames.
14. Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet voor de
oprichting van een openbare kleuterschool te Soesterberg
(1-1330)
15. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor
het doen maken van een plan tot verbetering van de water
lozing in het Soesterveen (1-1329).
16. Voorstel tot het aanleggen van een riolering in een
gedeelte van de Hartmanlaan en de Aagje Dekenlaan (1-1338).
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt
overeenkomstig de volgnummers 12 t/m 16 besloten.
Rondvraag.
De heer DIJKSTRA wijst er op, dat de woningwetwoningen
te klein zijn voor gezinnen met tien of twaalf kinderen en
vraagt of het college voor zulke gezinnen een redelijke
oplossing heeft, hetzij in de vorm van een groter type
woning, hetzij dat men bestaande woningwetwoningen met
enkele voorzieningen bruikbaar maakt voor een gezin met
veel kinderen. Spreker heeft een bepaald geval op het oog,
maar wil de vraag in het algemeen stellen; Is het mogelijk
met geringe voorzieningen van gemeentewege bij voorbeeld
van een vliering slaapplaatsen te maken?
De VOORZITTER deelt in antwoord aan de heer Dijstra
mede, dat de gemeente bij de Koekoekweg een serie grotere
woningen heeft, die voor zeer grote gezinnen geschikt
zijn. De vliering van deze huizen kan met geringe midde
len geschikt worden gemaakt om er te slapen. De bewoner
moet dan een huurverhoging van 10% van de gemaakte
- kosten -