- 16 december 1959 - - 186. voorbeeld plantsoenarbeiders. Daarvoor staat een loon van 65, -- per week. Voor dit loon krijgt men deze arbeiders niet. Daarom heeft men de plant soenarbeiders aangesteld in de rang van opzichter-plantsoenarbeider, maar de functie is plantsoenarbeider. Deze mensen kunnen dus thans met de pun tenwaardering lager uit de bus komen. Naast de werkclassificatie komt echter als tweede punt om de hoek kijken: Hoe moet de inhoud van de functie worden beloond? De heer de Bruin stelt, dat merit-rating ingrijpt in het privé-leven van de mens. Merit-rating houdt echter alleen in - en dit staat los van de werkclas sificatiemen moet tussen beide zaken wel degelijk onderscheid maken - het beoordelen van de wijze waarop de betrokkene zijn functie uit oefent. Door merit-rating krijgt men dus loon naar prestatie. Merit-rating heeft als zodanig dus niets te maken met het privé-leven van de betrokkene, Werkclas sificatie is mooi, maar men moet er voor waken, dat pij niet op een gegeven moment leidt tot een loondrukkingssysteem, Men moet dus oppassen bij de uitvoering van de werkclassificatie, In verband daarmede is het zo mooi dat de betrokken persoon getaterviewd wordt en daardoor ook zelf kan aangeven wat er aan zijn functie vastzit. Met betrekking tot de merit-rating merkt spreker nog op dat men wel in ogenschouw moet nemen dat in een bedrijf met 600, 700 werknemers de man aan de top niet kan vaststellen, hoe de man onderaan zijn werk verricht. Het is de direct aan de betrokken werknemer leiding gevende persoon, die deze op alle mogelijke manieren kan beoordelen. Daarbij speelt natuurlijk de subjectiviteit ook een rol. Daarom is er bij merit-rating een beoordelings commissie, waarin de direct leiding gevende persoon, de sous-chef, de afdelingschef, de chef personeelszaken enz. zitting hebben. Op deze wijze kan merit-rating alleen maar heilzaam voor de arbeiders werken. De heer DE BRUIN merkt op, dat de heer Pieren zegt, dat merit-rating niet in het privé -leven ingrijpt. In dit verband zij gewezen op het volgende bericht dat enige tijd geleden in alle kranten heeft gestaan. Er was in Amerika de functie van directeur van een groot bedrijf vacant. Er was een employé van dat bedrijf, die que capaciteitenen gedragingen volledig voor deze functie in aanmerking kwam. Hij heeft de functie echter niet gekregen uitsluitend op grond van het feit, dat zijn vrouw totaal gespeend was van tafelmanieren. Spreker gelooft dat hier toch wel sprake is van het ingrijpen in het privé- leven van het individu'. De heer DIJKSTRA vraagt of deze inventarisatie zich uitstrekt tot alle gemeentediensten en alle rangen. Of is het de bedoeling alleen enkele diensten te inventariseren? De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat de gemeente indertijd - de heer de Bruin heeft er aan herinnerd - de keuze had tussen bf een salarisver hoging van 3 voor de arbeiders, maar dan met werkclassificatie, bf geen loonsverhoging voor de arbeiders en dan ook geen werkclassificatie. Men stond dus eigenlijk met de rug tegen de muur en men moest overgaan tot werkclas sificatie Dat op het ogenblik wordt voorgesteld de werkclassificatie niet alleen toe te passen met betrekking tot de arbeiders heeft twee redenen. Op de eerste plaats is het niet geheel rechtvaardig de werkclassificatie wel ten aanzien van de arbeiders, maar niet met betrekking tot de hogere ambtenaren toe te passen. De tweede reden is dat vooral dit jaar nogal de behoefte is gevoeld aan een goede functiewaardering van het administratief personeel. Met de heer de Bruin is spreker het volledig eens, dat het hier een ontzettend gevaarlijke materie betreft. Er bestaat inderdaad grote kans dat men gaat ingrijpen in het individu zelf. Bij de gemeenten die werkclassificatie ten aanzien van de arbeiders hebben toegepast, is gebleken dat in het alge meen 50% van de mensen te hoog zit; 25% zit te laag* en 25% zit goed. Spreker kan wel zeggen dat men in Soest nog tot andere percentages zal komen. Hij maakt zich sterk dat hier zeker 60% te hoog zit. De werkclassificatie zal echter niet betekenen, dat alle mensen die te hoog zitten naar een lagere - loongroep -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1959 | | pagina 372