- 13 april 1960 -
54.
De VOORZITTER zegt dat het hier net zo zal gaan als bij de andere
particuliere bouwers, die huurwoningen bouwen. Er zal een samenspel
tussen de eigenaar en de gemeente plaatsvinden met betrekking tot de
verhuur. De gemeente doet misschien wel eens een suggestie voor de
verhuur; de mensen kunnen zich ook zelf tot de eigenaar wenden. In de
eerste plaats zijn deze woningen bedoeld voor mensen die in de gemeente
wonen of die hier hun werk hebben maar nog elders wonen.
Hierop wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
86. Voorstel tot het aangaan van een geldlening, groot 2,01 .000,--, met de
N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten (IV-1603).
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
87. De VOORZITTER stelt voor nog een punt aan de agenda toe te voegen.
Zoals de raad weet, is er een plan ontworpen voor de verbetering van de
bocht bij Zonnegloren. De gemeente heeft gedeputeerde staten gevraagd of
de provincie daarvoor een bijdrage wil geven. Zeer onlangs hebben gede
puteerde staten bericht - dit bericht is te laat binnengekomen om dit punt
nog op de agenda te plaatsen - bereid te zijn de helft van de kosten tot een
maximum bedrag van f 11.000,-- voor rekening van de provincie te nemen.
Van gemeentewege is een begroting voor de verbetering van de bocht gemaakt.
Het college stelt de raad nu voor een krediet van 24.200,-- voor de ver
betering van de bocht bij Zonnegloren beschikbaar te stellen. Daartegenover
is dus als inkomste geraamd de provinciale bijdrage van 11.000,--.
Het college stelt er prijs op dit punt nog in deze vergadering te behan
delen, want dan kan meteen worden voortgegaan met de behandeling van deze
zaak. Gedeputeerde staten hebben namelijk geëist dat deze verbetering vóór
1 januari 1961 klaar zal zijn.
Mevrouw POLET-Musler: Wat gebeurt er nu met de bocht?
De VOORZITTER; De bocht gaat er eerst geheel uit. Zij wordt verlegd
en krijgt natuurlijk ook een verkanfcing. De bocht krijgt een andere straal.
De moeilijkheid is op het ogenblik dat zij een wisselende straal heeft.
Mevrouw MUURLING-Voorthuis vraagt of het een provinciale dan wel
een gemeentelijke weg is. Of is het half om half een gemeentelijke en een
provinciale weg?
De VOORZITTER: Het is een gemeentelijke weg, die op het provinciaal
wegenplan staat en waarvoor de provincie een bijdrage voor het onderhoud
geeft.
De heer BROUWER juicht dit voorstel in hoge mate toe. Hij hoopt dat
te zijner tijd alle ellende met deze bocht verdwenen zal zijn.
De VOORZITTER is daar in het geheel niet gerust op. Maar dat is
een tweede.
De heer BROUWER zegt dat vlak bij deze bocht een andere bocht ligt.
Daar rijdt men veel sneller en daar gebeurt niets.
De VOORZITTER is bang dat men hard door de bocht gaat en dat de
bij de uitgang van Zonnegloren nogal eens op de weg staande mensen dit
snelle verkeer niet verwachten, waardoor daar ongelukken zullen gebeuren.
Mevrouw MUURLING-Voorthuis: Kan geen maximum snelheid van 70 km
worden gesteld?
De VOORZITTER: Dat hebben wij geprobeerd, maar dat is niet gelukt.
De wethouder VAN ZADELHOFF wil - op gevaar af dat men misschien
denkt dat hij geen oog voor deze gevaarlijke bocht heeft- wijzen op de vlot
heid waarmede de raad dit voorstel aanneemt en op de tegenwerpingen die
worden gehoord met betrekking tot de verbetering van de Maatweg.
De heer BROUWER: Dat is nogal niet een verschil'.
De wethouder VAN ZADELHOFF merkt op dat de bezwaren tegen
verbetering van de Maatweg van financiële aard zijn. En dan moet hij de
raad er toch aan herinneren, dat na de oorlog zeer duidelijk is uitgesproken
dat ook de landwegen verbetered dienden te worden. Het initiatief daartoe
is eigenlijk uitgegaan van de heer Hilhorst. Deze heeft indertijd, toen hij
grote bedragen voor de verbetering van voetpaden op de begroting zag staan,
ook aandacht gevraagd voor het verbeteren van landwegen. Daar is de
raad volledig achter gaan staan. Spreker vraagt zich af, of het juist
- geheel -