- 15 juni 1960 -
80.
Dit betekent dus dat het opzeggen van de vergunning eigenlijk pas over een jaar
voelbaar zal worden. En dan is de betrokkene ook al weer een jaar ouder.
Hierop wordt het stuk aangenomen voor kennisgeving,
e. Brief van burgemeester en wethouders d.d. 31 mei 1960, verzonden aan de
A.B.T.B, en de C.B.T.B. inzake verkeersmaatregelen t.a.v. de Peter van
den Breemerweg ter kennisneming.
Deze brief wordt aangenomen voor kennisgeving,
i. Verzoek van C.C.van Weert om een nabetaling voor aan de gemeente afgestane
grond. Dit verzoek wordt in handen van B&W gesteld om advies.
112. Voorstel tot vaststelling van het partieel uitbreidingsplan, regelende de bestemming
van gronden gelegen nabij de Talmalaan, de Dalweg en de Molenstraat (1-7889).
113. Voorstel tot ombewoonbaarverklaring van de woning Oude Grachtje 7 (1-1622).
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
114. Voorstel tot het verlengen van de ontruimingstermijn van de onbewoonbaar verklaar d-
woning Oude Utrechtseweg 24 (1-1621).
De heer ELBERTSE vraagt of het feit dat de verlenging is gesteld op slechts
zes maanden, betekent dat op korte termijn zal worden zorggedragen voor ontrui
ming van deze woning.
De VOORZITTER deelt mede dat het de bedoeling is de bewoners van dit pand
aan andere woonruimte te helpen, wanneer de flats, die op het ogenblik op de Eng
worden gebouwd, gereed zijn. Daarom wordt verwacht dat binnen een half jaar de
woningen zullen worden ontruimd.
Hierop wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
115. Voorstel tot het doen van een nabetaling aan P.Rokebrand in verband met aankoop
van grond, gelegen aan de Plesmanstraat te Soesterberg (1-1620).
116. Voorstel tot aankoop van grond, voor verbreding van:
a. de Laanstraat/Dorresteinweg van A. E. Rademaker(1-7890);
b. de Koninginnelaan van F.G.W. de Wit (1-7898).
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
117. Voorstel tot het beschikbaarstellen van een krediet voor de wijziging van het eerste
gedeelte van de Koninginnelaan (1-1623).
De VOORZITTER deelt mede dat de commissie openbare werken met dit
voorstel akkoord gaat, maar in overweging geeft de grond voor het perceel Koningin
nelaan 10 aan te kopen ten behoeve van verbreding van het trottoir.
Naar aanleiding van deze suggestie deelt spreker mede, dat deze grondaanteo-p
reeds in het krediet is begrepen.
De heer HILHORST: Houdt dit in dat het advies van de commissie wordt opge
volgd?
De VOORZITTER zegt dat zijn mededeling inhoudt, dat het reeds in de bedoe
ling lag deze grond aan te kopen.
De heer HILHORST: Dat betekent dus dat het werk anders wordt uitgevoerd da-
op de tekening staat aangegeven.
De VOORZITTER: Inderdaad.
Mevrouw PO LET-Musier vraagt of de aankoop van deze grond ook realiseer
baar is
De VOORZITTER zegt op deze vraag het antwoord schuldig te moeten blijven.
Hij weet niet of de onderhandelingen hierover al ^geopend zijn. Hij weet dus ook niet
hoe de eigenaar hiertegenover staat.
Mevrouw POLET-MuslerWanneer men met de eigenaar niet tot overeenstem
ming kan komen, is het dan mogelijk dit stukje te onteigenen?
De VOORZITTER zegt dat wanneer een stuk grond in een uitbreidingsplan ligt,
onteigening mogelijk is. Het uitbreidingsplan geeft ter plaatse inderdaad een grotere
breedte van de weg aan, zodat naar alle waarschijnlijkheid onteigening mogelijk is.
Mevrouw MUURLING-Voorthuis leest in de voordracht, dat op het onderhavige
weggedeelte, als gevolg van de verkeerstoename, regelmatig verkeersopstoppingen
plaatsvinden. Men wil thans de rijweg verbreden tot 7 m en parkeerhavens aanlegger
Men behoeft geen verkeersdeskundige te zijn om te constateren dat parkeerhavens
opzij van een te smalle weg toch eigenlijk altijd een noodoplossing blijven. In het
onderhavige geval is een andere oplossing niet mogelijk. Maar waarom grijpt men in
de nieuwe wijken niet meteen naar een afdoende oplossing? In het jongste memoran
dum van de A.N.W.B. staat: