-15 juni 1960 -
85.
De VOORZITTER merkt op dat ook in het college over dit punt is
gesproken. Inderdaad is deze prijs laag. Het zou overigens zeer weinig zoden
aan de dijk zetten, indien men 165,-- voor deze grond meer zou ontvangen.
Dat zou de exploitatie van deze wijk niet noemenswaardig verlichten. Aan de
andere kant is de P.U.E.M. een maatschappij die werkt in het algemeen belang.
Voorts heeft Soest een heel prettige samenwerking met de P.U.E.M. De
transformatorhuisjes worden steeds daar geplaatst, waar zij het minst hinder
lijk zijn voor de gemeente. Dit betekent wellicht voor de P.U.E.M. ook een
iets duurdere exploitatie, doordat men meer kabel nodig heeft dan anders het
geval zou zijn. Wanneer de gemeente met betrekking tot de grondprijs soepel
iskan zij ten aanzien van andere punten tot de P.U.E.M. zeggen: Denk er
aan; wij zijn met de grond altijd heel redelijk. Spreker gelooft daarom dat het
verstandig is niet ter wille van een paar honderd gulden de zaak echt zakelijk
scherp te stellen. Door in deze soepel te zijn, kan men van de andere zijde
ook een zekere soepelheid verwachten.
De heer DIJKSTRA kan dit beleid waarderen. Hij hoopt dat deze goodwill
ook beantwoord zal worden, wanneer het gaat om de spanning van het net.
Men weet hoezeer de P.U.E.M. de gemeente op dit punt in het verleden in de
steek heeft gelaten. Hopelijk zal het royale standpunt der gemeente door de
P.U.E.M. begrepen en beantwoord worden
De VOORZITTER: Dat verwacht ik wel.
Hierop wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel
van de voorzitter besloten.
122. Voorstel tot het verlenen van een krediet voor de aanleg van een riool achter de
percelen Burg. Grothestraat 48 t/m 62 (1-1627).
123. Voorstel tot het verlenen van ontheffing van de hinderwetverordening aan de
Benzine en Petroleum Handel Maatschappij, Frederiksplein 42-50, Amsterdam,
voor een petroleum-installatie bij perceel BurgGrothestraat 2, alhier (1-1626).
Deze be.de voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
124. Voorstel tot wijziging van de gemeentebegroting 1959 (IV-1628).
De heer D.DE HAAN wijst er op dat de onder volgnummer 46 vermelde
kosten van verzending van dienststukken rond 8.035,-- meer hebben bedragen
dan was begroot. Begroot was 6.500,--. De begroting is derhalve met 115%
overschreden. Gezien het feit dat de gemeente over 1959 per brief 16,5 cent
en per drukwerk 5,8 cent frankeerkosten heeft betaald, vraagt spreker zich af
of men niet voordeliger zou uitkomen met een frankeermachine. Is dit reeds
overwogen
De VOORZITTER zegt dat deze enorme overschrijding der begroting in
hoofdzaak wordt veroorzaakt door de omstandigheid dat in de loop van 1959 het
systeem van de tariefstelling volkomen is gewijzigd, met welke wijziging bij het
opstellen der begroting geen rekening kon worden gehouden.
Vroeger is er al eens over gedacht niet meer van de zogenaamde port
vrijdom gebruik te maken en frankeermachines aan te schaffen. Indertijd is
men tot de conclusie gekomen dat dit niet voordeliger zou zijn. Spreker gelooft
echter dat het in het licht van de nieuwe tariefstelling de moeite waard is deze
vraag vóór de begroting voor 1961 opnieuw onder ogen te zien.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De VOORZITTER merkt op dat volgens het schema de volgende raadsver
gadering op 20 juli zal plaatsvinden. Het is* echter mogelijk dat die vergadering
in verband met een onderwijzersbenoeming een week moet worden uitgesteld.
Spreker verzoekt daarom de raadsleden zowel 2,0 -als 27 juli voor de volgende
raadsvergadering te reserveren.
Aangezien het college thans niet voltallig is en verwacht wordt dat dit
de volgende raadsvergadering wel het geval zal zijn, hebben B&W besloten de
staat van de in de eerstkomende jaren uit te voeren kapitaalwerken niet in deze
maar in de volgende raadsvergadering aan de orde te stellen. Het is van belang
dat bij de behandeling van deze staat alle wethouders aanwezig zijn.
-RONDVRAAG-