- 20 juli 1960 -
102.
De heer HILHORST: Zouden wij niet een voorstel aan de Kamer
kunnen doen om de toto een zo hoog mogelijke prijs te laten uitkeren,
hetgeen de opbrengst van dez<.£oto bevordert?'.
De VOORZITTER zegt dat het college de door de heer Dijkstra
bedoelde brief heeft ontvangen. Daarboven stond echter alleen: aan het
college van B&W. Dit is de reden, waarom de raad niet via B&W van deze
brief kennis heeft gekregen.
De Sportfederatie vraagt in haar brief verlaging van de zaalhuur.
De gemeente verhuurt aan de verenigingen één gymnastieklokaal, namelijk
dat van de school in de Kerkebuurt. Daarvoor is vastgesteld het rëSle huur
bedrag, d.w.z. de kosten die de gemeente in verband met de verhuur van
het lokaal moet maken. Wanneer de gemeente een lagere huur vraagt dan
de reële kosten, betekent dit dat zij via de huur een subsidie aan de gymnas
tiekverenigingen geeft. Dit betekent echter tevens dat de exploitatie
kosten van de zaal worden verhoogd, waardoor de gemeente in verband met
het omslagsysteem aan de bijzondere lagere scholen ook een hogere
exploitatievergoeding moet betalen. Daarom is het college van oordeel dat
deze methode niet moet worden gevolgd en dat de reële huur in rekening
dient te worden gebracht. B&W hebben besloten de Sportfederatie te ant
woorden, dat haar voorstel niet in overweging kan worden genomen, maar
dat zij daarbij de Sportfederatie in overweging geven zich tot het gemeente
bestuur te wenden met een voorstel om te komen tot een andere subsidiëring
van de sportverenigingen, neerkomende op een hogere subsidie per gehuurd
lokaal. Op het ogenblik worden de sportverenigingen namelijk ook al ge
subsidieerd o.a. door een vergoeding per gehuurd lokaal. Door deze
methode blijkt ook precies welke subsidie aan de sportverenigingen wordt
gegeven en voorkomt men dat een gecamoufleerde subsidie ontstaat.
De heer DIJKSTRA: Is de Sportfederatie dit al bericht?
De "VOORZITTER: Neen, de brief moet nog uitgaan.
Mevrouw POLET-Musler vraagt waar de voetgangers moeten
blijven op het gedeelte van de Stadhouder slaan tussen de Maatweg en de
Praamgracht.
De VOORZITTER: Die moeten op het fietspad lopen.
Mevrouw POLET-Musler zou gaarne zien dat voor de voetgangers
een apart pad werd aangewezen. Men kan hier thans niet met kinderen lopen*
wanneer men deze niet voortdurend aan de hand houdt.
De VOORZITTER zal met de politie overleg plegen over de vraag
welke oplossing hier het beste kan worden verkregen.
Mevrouw POLET-Musler dringt er op aan in deze spoed te be
trachten. De vakantietijd breekt aan en het is belangrijk dat dan de ouders
hier met de kinderen rustig kunnen wandelen.
De VOORZITTER zegt dat het slechts een tijdelijke maatregel
zal betreffen. Wanneer de riolering wordt gelegd, zal de gehele weg worden
verbeterd.
De heer HILHORST herinnert er aan dat in de vorige raadsver
gadering is gevraagd, hoe het staat met de verbetering van de Maatweg.
Thans is er weer een raadsvergadering en ook nu is de raad hier niets
naders over medegedeeld.
Hetzelfde geldt voor de bomen aan de van Lenneplaan. Daarover
zijn in de vorige vergadering vragen gesteld. Spreker kan zich voorstellen
dat de raad belangstelling heeft voor het resultaat van het stellen van
vragen.
In de derde plaats wijst hij er op dat indertijd een groenomlijsting
rond de ijsbaan is aangebracht. Deze heeft zichzelf overleefd. In deze
wereld is het nu eenmaal zo, dat wanneer iets geheel aan de natuur wordt
overgelaten, er distels en doornen komen. Dit is ook hier het geval.
Iedere Nederlander wordt geacht de wet te kennen. Spreker neemt dus aan
dat ook het college die kent. Er staan hier ontzaglijk veel distels in bloei.
- Het -