- 21 september 196O116, De VOORZITTER stelt vo^r dit punt aan te houden. Dan kan de gehele zaak nog eens worden bekeken. Mevrouw POLET-Musler merkt op dat blijkens de woorden van de heer van Zadelhoff gemeentewerken een afdoende oplossing reeds heeft bekeken. Zij acht het daarom beter thans meteen spijkers met koppen te slaan. Bij aanhouding van dit voorstel wordt de hinder nog een maand langer veroor zaakt De wethouder VAN ZADELHOFF stelt voor dat de raad het college thans voor het maken van een afdoende voorziening een krediet van 5.000,-- beschikbaar stelt onder de voorwaarde dat deze gehele aange legenheid eerst wordt besproken in de volgende week te houden gecombi neerde vergadering van de commissie van gemeentewerken en de commissie grondbedrijf en uitbreidingsplan. Daartoe wordt zonder hoofdelijke stemming besloten. 182. Voor stel tot ruiling van gronden in hoofdzaak gelegen aan de Plesmanstraat te Soesterberg met de stichting gemeente-opbouw aldaar. 183. Voorstel tot het doen bouwen van vijf schuren nabij de zgn. noodwoningen aan de Wieksloterweg O.Z. Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 184.Voorstel tot onteigening krachtens de Wederopbouwwet van enige percelen grond, gelegen tussen Burg. Grothestraat, van Weedestraat, Prins Bern- hardlaan, Oranjelaan en Anna Paulownalaan (plan "Achter Dammers"). De VOORZITTER deelt mede dat er sinds de stukken ter inzage hebben gelegen, van de hoofdingenieur-directeur van volkshuisvesting en bouwnij verheid bericht is binnengekomen, dat hij de ingekomen bezwaarschriften ongegrond acht. De heer ELBERTSE zegt dat na de vergadering van de commissie grond bedrijf en uitbreidingsplan enige facetten naar voren zijn gekomen, die maken dat hij ernstige bedenkingen heeft gekregen tegen deze onteigening op grond van de wederopbouwwet. Het is namelijk gebleken dat deze onteigenings basis wordt gehanteerd op grond van de woningnood. Tevens is gebleken dat het oorspronkelijke bouwplan voor de onderhavige grond zodanig is gewijzigd, dat hier thans middenstandswoningen in de vrije sector zullen worden ge bouwd. Op grond daarvan constateert spreker dat hier moeilijk van leniging van de woningnood, doch alleen van voorziening in een behoefte aan midden standswoningen kan worden gesproken. Hier komt bij dat voor onteigening op basis van de Wederopbouwwet één van de essentiële voorwaarden is, dat vooroverleg met de betrokkenen heeft plaatsgevonden. Naar spreker achteraf is gebleken heeft dit vooroverleg niet plaatsgehad. In de derde plaats heeft hij bedenking tegen dit voorstel, omdat het nodig is dat bij onteigening op grond van de Wederopbouwwet een uitgewerkt bouwplan aanwezig is. Het is hem gebleken dat dit bouwplan in zijn geheel is teruggenomen en dat op het ogenblik wordt gewerkt aan een nieuw bouw plan, hetwelk inhoudt dat de woningen, die in de B-klasse voor subsidie en in de C-klasse voor huur zouden vallen, wat rianter worden gemaakt. Op grond van al deze feiten moet spreker constateren, dat van een hanteren van de Wederopbouwwet voor onteigening in het geheel geen ter men aanwezig zijn. Wanneer tot onteigening moet worden overgegaan, adviseert hij dringend deze te doen plaatsvinden op grond van artikel 77 van de Onteigeningswet. De Wederopbouwwet kan alleen voor onteigening worden gehanteerd, wanneer sprake is van leniging van de woningnood en wanneer men in tijdnood verkeert. Voor het onderhavige terrein bestaan plannen voor bouw in de vrije sector. Spreker kan moeilijk aannemen dat men in tijdnood verkeert met betrekking tot de voorziening in de behoefte aan dit soort woningen. Hij neemt namelijk aan dat te Soest van een woningnood in het kader van de vrije sector geen sprake is. - De

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1960 | | pagina 234