19 oktober 1960 - 138. De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat mevrouw Polet het niet juist stelt. Het is nooit het plan geweest boven het postkantoor woningen te bouwen. Het postkantoor is steeds gezien als een laag blijvend verbindingslid tussen de winkelbebouwing en het politiebureau met de bovenwoningen. Mevrouw POLET-MuslerIk dacht dat de P.T.T. geen woningen boven het postkantoor wenste. De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat wanneer de gemeente in een dergelijke oplossing iets had gezien, zij die zelf wel had kunnen tot stand brengen. Het betreft hier echter een hoek. Wanneer men boven het postkantoor woningen zet, komen de woningen boven het politiebureau in de verdrukking, want de woningen zouden dan loodrecht op elkaar staan. Men had dan aan de achterkant een blinde muur gekregen. Woningen boven het postkantoor kunnen dus niet eens gebouwd worden. Men moet voor deze hoek een lage bebouwing hebben. Dit is van het begin af de bedoeling geweest; met regeringsbeleid heeft dit niets te maken. Het enige dat de gemeente niet is toegestaan, is het zelf bouwen van premiewoningen. Achteraf kan men er eigenlijk blij om zijn dat het zo is gelopen. Nu krijgt men namelijk premiewoningen met een huur van 70,-- per maand, terwijl de gemeente indertijd had begroot dat deze woningen een huur van minstens 100,-- zouden moeten doen. Daardoor was het eigenlijk uitgesloten één of meer van deze huizen te gebruiken als dienst woning voor agenten. Ook 70,-- is misschien iets te hoog voor een dienst woning, maar deze verlaging betekent in ieder geval dat het verlies op een dienstwoning voor de gemeente veel minder wordt. Uit deze bouw blijkt ook, dat de particuliere bouwer hierbij iets uitge kookter is wat zijn werkwijze betreft, dan de gemeente. Er is hier een ver schil in bouwprijs voor de hulpsecretarie, het politiebureau en het postkantoor van 20.000,--, En dat is toch een zeer belangrijk verschil. Mevrouw POLET-Musler; Ik hem mij klaarblijkelijk helemaal vergist. Ik dacht dat het een voorschrift van de P.T.T. was, dat geen woningen boven het postkantoor mochten komen. De wethouder VAN ZADELHOFF: De P.T.T. heeft wel gezegd geen be hoefte aan bovenwoningen te hebben. De P.T.T. heeft echter niet de eis gesteld, dat er geen bovenwoningen komen. De heer ELBERTSE vraagt of het verschil in prijs van 20.000,-- niet betekent een uitkleden van deze bouw. De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat het wel een veel eenvoudiger bouw wordt, doordat thans de muren in het politiebureau doorlopen naar boven, terwijl in het vroegere plan het politiebureau eigenlijk onafhankelijk was opge zet van de bovenwoningen. Daardoor stonden bij voorbeeld muren 40 cm uit elkaar, hetgeen tot gevolg had dat er in het politiebureau steunbalken moesten worden aangebracht, die geld kosten. De heer ELBERTSE: Maar men kan er dus op rekenen dat deze bouw op behoorlijke wijze zal geschieden? De wethouder VAN ZADELHOFF: Inderdaad. De VOORZITTER: En de ruimte die verkregen zal worden, zal voldoende zijn voor de diensten. De wethouder VAN ZADELHOFF zegt nog dat de ruimte iets minder zal worden, doordat de trapopgang nu niet aan de buitenkant, maar aan de rechter kant bij de Plesmanstraat is geprojecteerd. Daardoor is wat ruimte afgeknab beld van het politiebureau. Had men dit niet gedaan, dan was de huurprijs van 70,-- voor de woningen niet te halen geweest. De heer ELBERTSE vraagt of de woningen geen probleem scheppen met het oog op een eventuele toekomstige uitbreiding van het politiebureau. - De -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1960 | | pagina 280