-19 oktober 1960 - 148. keerd. Er werden in het afgelopen jaar 1500 ideeën ingediend. Uit de sprei ding der beloningen van 100,en hoger blijkt, dat de dit jaar ingediende ideeën kwalitatief beter waren dan die van vorig jaar, namelijk 26 dit jaar tegenover 12 in het ideeënbus jaar 1958-1959. Ook uit de vermindering van het aantal afgewezen ideeën (174 tegen 194), uit de gemiddelde premie 45,-- teger 40,-- en uit de toeneming van het aantal premies blijkt deze verbetering. Gezien deze resultaten van de rijksideeënbus beveelt spreekster de instelling van een ideeënbus te Soest nogmaals sterk in de aandacht van het college aan. De VOORZITTER zegt dat het college dit punt nog eens zal bekijken. Uit de door de politie ingestelde ideeënbus zijn wel enige praktische sugges ties gekomen, al waren het er niet overdreven veel. Mevrouw MUURLING-Voorthuis heeft van bevoegde zijde vernomen, dat de overzetveer bij de Grote Melm uitsluitend is bestemd voor de land bouwers. Waarom gebruiken deze dan de nieuwe pont niet? Die ligt er maar te liggen, terwijl men de oude pont gebruikt. De VOORZITTER zegt daar op het ogenblik geen antwoord op te kunnen geven. De heer van Roomen, die ter plaatse goed bekend is, deelt echter mede dat de nieuwe pont nog niet klaar is en dat daarom de oude pont nog wordt gebruikt. Mevrouw MUURLING-Voorthuis gelooft niet dat dit juist is. Zij heeft namelijk juist uit de mond van de heer van Roomen de klacht gehoord, dat de nieuwe pont te klein is. De heer VAN ROOMEN zegt dat er nog verschillende voorzieningen aan de pont moeten worden getroffen. Gemeentewerken heeft gezegd dat daar op korte termijn aandacht aan zou worden besteed. Daarop wordt thans gewacht. Mevrouw MUURLING-Voorthuis vraagt of met deze pont ook burgers kunnen worden overgezet. De VOORZITTER: Alleen wanneer die burgers toestemming hebben om daar op verboden terrein te lopent Hierna sluit spreker, te 21.55 uur, de vergadering. Aldus vastgesteld op 14 december I96O. De secretaris, De burgemeester,

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1960 | | pagina 300