- 21 december 1960 - 177, Spreker stelt voor deze naam voor de gedachte straat te laten vervallen en de straat te noemen naar iemand, die wel veel heeft bijge dragen aan de industriële ontwikkeling van de wereld. Zijn gedachten gaan dan uit naar Edison of Marconi. Men zou de straat ook kunnen noemen "Fabrieksstraat" of "Bedrijfsweg". De VOORZITTER zegt dat men bij de naamgeving van deze weg verder moet kijken dan de huidige of de zeer binnenkort te realiseren situatie. Deze weg wordt een doorlopende weg, die begint bij de Biltseweg. Daar is op het ogenblik de Koninginnelaanmaar spreker gelooft dat het beter is de Koningsweg door te trekken tot aan de Biltseweg. Daar komt dan een betere en nieuwe aansluiting, zodat men vanaf de Biltseweg direct op de Koningsweg komt. De Koningsweg heeft nog wel een andere functie dan alleen die van het toegankelijk maken van bepaalde industriële percelen. Hij zal een zeer belangrijke verkeersweg worden. Hij is ruim geprojecteerd aan de ene zijde van het Oude Grachtje. Wanneer het verkeer er erg druk wordt, zal er misschien aan beide zijden van het Oude Grachtje een weg komen. Het wordt een mooie grote weg met beplanting erlangs. Deze weg zal in de toe komst nog tot voorbij de Dorresteinweg lopen. Daarom is naar het oordeel van het college de naam "Koningsweg" - temeer daar deze weg uitkomt op de Koninginnelaan - zeker wel gerechtvaardigd. Koning Willem I had voor de bevordering van de industrie wel de gelijk oog, alleen heeft hij de industrie niet zozeer in de noordelijke Neder landen als wel in de zuidelijke Nederlanden gezien. Hij had daarbij in ge dachte een industrieel Zuid-Nederland en een handeldrijvend Noord-Neder land. Door de afscheiding van België is deze opzet verloren gegaan. Koning Willem I moet echter behalve als de promotor van handel en scheepvaart, ook worden gezien als promotor van de industrie. Wat het laatste betrëft heeft deze koning evenwel in de zuidelijke Nederlanden meer sporen achter gelaten dan in de noordelijke Nederlanden. Mevrouw PO LET-Musier herinnert er aan dat indertijd is gevraagd naar de mogelijkheid van een straatnamencommissie. Heeft het college daar al eens over gedacht? De VOORZITTER moet erkennen daar niet aan te hebben gedacht. Deze straatnamencommissie was meer bedoeld met het oog op he t laten voorleven van oude lokale namen in de straatnamen. Een mogelijkheid daartoe deed zich in het onderhavige geval niet voor. Spreker wil echter gaarne toezeggen dat het college in de toekomst een dergelijke commissie zal inschakelen. Hierna wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen, 246. Voorstel tot het onbewoonbaarverklaren van de woning Birkstraat 53. 247. Voorstel tot aankoop van grond voor de verbetering van de Nieuwstraat van: a. G. Mulder; b. J.L.Beijer; c. B.van Bielder; d. W.Groenesteijn. Dezevoor stellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 248. Voorstel tot het benoemen van: a. een onderwijzer voor de openbare school voor g.l.o. te Soest-Zuid. De VOORZITTER verzoekt wederom de heren de Bruin en D. de Haan met hem het stembureau te vormen. Uitgebracht worden 19 stemmen, waarvan 18 op de heer W. Burgerhout en 1 op de heer R. L. Laponderzodat de heer Burgerhout is benoemd. De VOORZITTER dankt de heren de Bruin en D. de Haan voor de genomen moeite. - b. -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1960 | | pagina 358