- 17 februari 1960 - 21. Het blijft natuurlijk een vervelende zaak, dat de gemeente deze belasting met terugwerkende kracht moet gaan innen, waar het om een zo gering bedrag gaat. Maar dit is nu eenmaal het principe, dat door de minister van binnenlandse zaken, die de beslissing over de subjectieve verhoging heeft, wordt toegepast. Gedeputeerde staten moet men hier zien als een soort schakel tussen de rijksoverheid en de gemeentelijke overheid. De minister stelt nu eenmaal bepaalde voorwaarden en richtlijnen vast voor het eventueel verlenen van een subjectieve verhoging. Daar hebben gedeputeerde staten geen invloed op. Men kan zeggen, dat dit kinderachtig is, daar het om slechts 1.500,-- gaat maar in 1 s-Gravenhage redeneert men principieel en gaat men niet bev oordelen, of het om 1.500,-- dan wel om 15.000,-- gaatMen zegt slechts: Hier is nog een mogelijkheid om de inkomsten te vergroten en daar moet de gemeente gebruik van maken. Daarom is het college van oordeel, dat het verstandig is deze wijziging in de verordening aan te brengen, hoewel dit enigszins onaangenaam is en bovendien niet veel zoden aan de dijk zet. De heer PIEREN merkt op, dat wanneer de raad deze voordracht aanvaardt, hij daaraan vastzit. Is het niet mogelijk de voordracht aan te hou den tot de volgende raadsvergadering? Of komt men dan te zeer in tijdnood te verkeren? De VOORZITTER zegt, dat men dan inderdaad enigszins in tijdnood komt. De afwikkeling van de aanvrage om een subjectieve verhoging hangt hier namelijk op. De wethouder OxlANJE: En daarop hangt weer de goedkeuring van de begroting voor 1959. De VOORZITTER zegt, dat hij daarom een tussenvoorstel heeft gedaan. Zit de zaak juridisch goed, dan vervalt het bezwaar van de heer Pieren. Zit de zaak juridsich niet goed, dan begrijpen gedeputeerde staten wel, dat er bezwaren zijn. Men heeft bovendien nog altijd de juridische vei ligheidsklep, dat de Kroon de verordening moet goedkeuren, De Kroon zal niet een verordening goedkeuren, waar een dergelijke fout aan kleeft. Spreker is overigens in het geheel niet "bang, dat hier juridisch iets scheef zit. Voor de gemoedsrust van de raad wil het college echter gaarne toezeggen dit punt nader te zullen bekijken. Zitten er nog onjuiste kanten aan, dan houden B&W de zaak vast De heer PIEREN wil dan toch nog zeggen, dat ook hij het optreden van gedeputeerde staten dictatoriaal vindt. Hij zal niettemin zijn stem aan de voor dracht geven, in de hoop dat - om in het beeld van het vriendje met het dropje te blijven - de gemeente hierdoor niet een dropje, maar een flinke rol drop zal verkrijgen. De wethouder ORANJE zou de raad heel sterk in overweging willen geven aan de reactie van gedeputeerde staten niet te zwaar te tillen. In principe hebben gedeputeerde staten natuurlijk gelijk. Het gaat gedeputeerde staten minder om de knikkers en meer om het spel. De heer PIEREN: Er zijn nog wel andere punten, waarop men even eens de verhoging van de algemene uitkering discutabel kan stellen. De wethouder ORANJE: Daar zijn wij ook nog wel bang voor'. Daarom geldt temeer: wanneer wij iets kunnen doen, laten wij het dan ook doen. Wij moeten van onze kant onze goedewil tonen, wanneer wij van de andere kant iets gedaan willen krijgen. Hierop wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen, met inachtneming van de door de voorzitter geformuleerde voorwaarde. 35. Voorstel tot verkoop van industrieterrein gelegen nabij de Dorresteinweg aan: a. N.V. Atlas (1-7611). Mevrouw POLET-Musler zegt dat het hier gaat om een bedrijf dat elders moet verdwijnen en zich daarom te Soest vestigt. Hiermede gaat Soest dus eigenlijk al een taak vervullen voor het grote geheel. Soest zelf heeft dit bedrijf beslist niet nodig om te voorzien in de werkgelegenheid voor de eigen inwoners. De vestiging van dit bedrijf brengt echter een grotere druk op de woningmarkt ter plaatse mede. Daarom verzoekt spreekster het college aan gedeputeerde staten meteen een extra bouwvolume met het oog op de vestiging van dit bedrijf te vragen. Zij meent dat het bouwvolume voor 1960 - nog -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1960 | | pagina 42