-16 maart 1960 - 34. Vervolgens deelt spreker mede dat in mei of juni de rioolwater zuiveringsinrichting gereed zal zijn. De plannen voor de afwatering zijn op het ogenblik praktisch klaar. In de commissie openbare werken is be sproken, welke veranderingen in het afwateringsplan kunnen worden aan gebracht, opdat er tegelijkertijd een betere waterbeheersing in de gehele polder kan worden verkregen. Spreker hoopt dat dit jaar dit werk zijn be slag zal krijgen, zodat niet alleen in mei/juni de rioolwater zuiverings inrichting zal kunnen starten, maar ook de goede afwatering van deze inrichting naar de Eem nog dit jaar gereed zal komen. Door deze grote riolen is het mogelijk de nieuwbouw op de Eng aan te sluiten. Het gehele Hart is praktisch aangesloten. Het gaat dus de goede richting uit. De heer DIJKSTRA: Leveren de huisaansluitingen in de straten, waar een moerriool ligt, geen moeilijkheden op? De wethouder VAN ZADELHOFF vermoedt dat er onder de be volking wel enig gepiep zal komen als men zal moeten aansluiten. De aansluiting met controleputje kost 70,--. Daar komen dan nog bij de kosten van de rioolbuizen in de eigen tuin. Deze belopen al gauw een bedrag van 100,-- h 200,--. Voor huurwoningen ligt deze zaak niet zo moeilijk, omdat de huiseigenaar deze kosten in de huur mag doorbe rekenen. De in een eigen huis wonende mensen zullen echter wel trachten de aansluiting zo lang mogelijk uit te stellen. De heer DIJKSTRA: Maar wij hebben de verordening achter de hand. De wethouder VAN ZADELHOFF: Inderdaad. De heer HILHORST wijst er op dat zolang de aansluiting van Len- neplaan-Lange Brinkweg nog niet voltooid is, het water wordt afgevoerd langs een slootje, dat langzamerhand een wild stromende rivier zal worden. Het water zal daardoor op het boerenland terechtkomen. Spreker gelooft dat in het urgentieplan ook moet worden opgenomen het treffen van een voorziening in deze. Indertijd heeft men voorzieningen getroffen door een overstort bij het café van Butzelaar. Dan moet men echter de sloot aldaar op een zodanige diepte brengen, dat het boerenland niet wordt overstroomd. Spreker dringt er daarom ernstig op aan de sloot langs de Stadhouder slaan - van deze kant komende aan de linkerzijde - uit te diepen. De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat de verbinding Ferdinand Huijcklaan- Lange Brinkweg in 1961 zal worden gemaakt. De sloot langs de Stadhouderslaan en die langs de Noorderweg zijn de overlaatsloten. De gemeente heeft daarom ook het onderhoud van de sloot langs de Stad houderslaan op zich genomen. Zij zal er voor zorgen dat deze sloot schoon wordt gemaakt. De sloot behoeft voorlopig niet een grotere diepte te verkrijgen. Misschien zal dit in de toekomst nodig zijn, wanneer er meer gebouwd is in Soest. Het ziet er echter niet naar uit, dat dit de eerste tien jaar nodig is. De heer HILHORST vindt het antwoord van de wethouder enigszins teleurstellend. Het water loopt uit deze sloot en komt op het boerenland. Het is op het ogenblik een doorgang zonder dat er een mogelijkheid van boezem aanwezig is. De wethouder VAN ZADELHOFF: Dit water komt direct in de Eem bij de rioolwater zuiveringsinrichting. De heer HILHORST: Het komt thans op het boerenland. De wethouder VAN ZADELHOFF: Omdat die sloot vervuild is. Deze sloot was gewoon openbaar riool. Wanneer eenmaal de Stadhouders laan van riolering is voorzien, komt er geen vuil uit de Korte Brinkweg meer in deze sloot. Natuurlijk moet de sloot worden schoongemaakt. Het vuil komt er thans boven het water uit. Hierop worden de beide voorstellen aangenomen en wordt vervol gens besloten overeenkomstig hetgeen de voorzitter, namens het college, heeft voorgesteld. 52» -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1960 | | pagina 68