- 13 april 1960 -
47.
De VOORZITTER wijst er, ter voorkoming van een eventuele verdere
discussie, op, dat deze industrie om te gaan werken een ontheffing van de
hinderwetverordening, welke ontheffing de raad zal moeten verlenen, nodig
heeft. Spreker stelt daarom voor het onderhavige stuk te stellen in handen
van B&W om preadvies, want de kwestie komt toch nog terug in de raad.
Ten aanzien van de vraag of het mogelijk is de zaak te bevriezen wijst
spreker er op, dat de raad het besluit heeft genomen dit perceel te verhuren
op grond van een verzoek van de betrokkene. Er is dus een wilsovereen
stemming geweest. Het raadsbesluit zal moeten worden uitgevoerd. Mocht
de andere partij daarop geen prijs meer stellen, dan zou kunnen worden over
wogen om als gemeente te zeggen: Dan zien wij er ook maar van af en houden
wij u niet aan het huurcontract.
Een ander daarvoor veel gunstiger terrein is bestemd voor een speeltuin
bij dit complex. Het lijkt spreker dus niet juist dit hoekje voor speeltuin te
bestemmen, indien dit bedrijf daarop niet zou komen. De vraag welke bestem
ming dan aan dit terrein moet worden gegeven, is echter van veel latere zorg.
De heer DIJKSTRA gaat ermede akkoord dit punt te stellen in handen van
BScW om preadvies. Hij hoopt dat B&W bij het uitbrengen van dat advies ook
oog zullen hebben voor niet direct op de Hinderwet betrekking hebbende aspecten.
Hierop wordt het schrijven gesteld in handen van B&W om preadvies.
e. Verzoek d.d. 31 maart 1960 van het R. K. schoolbestuur te Soesterberg om
medewerking als bedoeld in artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920
voor de aanschaffing van leermiddelen voor het vak handenarbeid t.b.v. de
St. Carolusschool.
Dit verzoek is inmiddels in behandeling genomen.
f. Nota inzake terugwerkende kracht van belastingverordeningen met voorstel
deze voor kennisgeving aan te nemen.
De heer PIEREN zegt de wethouder van financiën hartelijk dank voor
deze uitgebreide voorlichting. Uit de nota blijkt zeer duidelijk dat er de nodige
jurisprudentie bestaat, waaruit volgt dat het invoeren van belastingverordeningen
met terugwerkende kracht mogelijk is, zij het dat daarbij wel de nodige voor
zichtigheid in acht moet worden genomen. Gezien het door gedeputeerde staten
ten aanzien van de betrokken belastingverordening ingenomen standpunt, kan
spreker zich met de invoering daarvan volledig akkoord verklaren.
De wethouder ORANJE geeft de door de heer Pieren voor de nota uitge
sproken dank gaarne door aan de ambtenaren die haar hebben opgesteld.
Hieraan wil hij een enkel persoonlijk woord toevoegen. Hij hoopt dat de
heer Pieren uit deze nota ook verder lering heeft getrokken en in de toekomst
wat meer vertrouwen wil schenken aan de wijze waarop een verordening als
waarom het hier ging, wordt voorbereid. De heer Pieren heeft nu twijfel daar
aan pogen te zaaien door a contrario materiaal aan te voeren, dat het stand
punt van het college in feit versterkte maar niet verzwakte. Al met al een
beetje wonderlijke wijze van doen, die alleen verklaarbaar is voor iemand die
wel de klok heeft horen luiden maar niet weet waar de klepel hangt.
De heer PIEREN wil de heer Oranje er met nadruk op wijze in de desbe
treffende raadsvergadering te hebben gezegd niet precies te weten hoe de zaak
lag. Hij vond het echter gewenst de juridische aspecten nader te onderzoeken.
Hij heeft bepaald geen wantrouwen uitgesproken met betrekking tot het invoeren
van deze belastingverordening. Hij heeft slechts een zekere twijfel kenbaar
gemaakt.
Hierop wordt de nota aangenomen voor kennisgeving.
g. Mededeling van gedeputeerde staten, d.d. 7 maart 1960 betreffende de jaar
wedde van de wethouders.
h. Schrijven van de N.V. Nederlands che Spoorwegen inzake verbinding Utrecht-
Baar n-Ams ter dam.
i. Besluit van gedeputeerde staten d.d. 1 maart 1960 tot het verlenen van een
vergunning tot het leveren van gas door de gemeente Soest in Soesterberg.
j. Besluit van gedeputeerde staten d.d. 21 maart 1960 inzake onthouding van
goedkeuring aan het bij raadsbesluit van 21 oktober 1959, nr.7284, vast
gestelde partieel herzieningsplan, regelende de bestemming in onderdelen
van gronden gelegen aan de Birkstraat hoek van Lenneplaan.
Deze stukken worden achtereenvolgens aangenomen voor kennisgeving.
- De -