- 15 februari 1961 - 60. bouwrijp moet worden gemaakt, vraagt spreker zich ernstig af hoe hij het beleid van het college en van de desbetreffende diensten ten aanzien van de woningwetbouw moet zien. Men dient toch een open oog en oor te hebben voor de 1300 woningzoekenden te Soest die - naar mag worden aangenomen - vrijwel zonder uitzondering naar een woning hunkeren. Tijdens de begrotingsbehandeling heeft spreker gezegd dat ook in 1^60 de samenwerking met het college niet geheel bevredigend is geweest. Hij heeft daarmede in genen dele bedoeld te zeggen, dat men niet beleefd tegen elkander zou zijn. Hij bedoelde met deze opmerking, dat de raad - en daarvan heeft men vanavond een prachtig voorbeeld'. - steeds iets anders krijgt voorgeschoteld, terwijl er in wezen niets gebeurt. Hetzelfde ziet men met het onderzoek naar de kwestie van de 72 huizen op de Eng. Daar heeft men nu al in zes weken niets van gehoord, terwijl er geen enkel nieuw punt en ook geen lichtpunt naar voren is gekomen. De wethouder VAN ZADELHOFF wijst de heer Hilhorst er op dat de te bouwen woningen, althans wat de eerste aanloop betreft, voor het grootste gedeelte zover van de wegen af komen te liggen, dat het een volkomen los van het ander kan geschieden. Alleen zal men elkaar voor het leggen van het riool van de huizen naar de weg nodig hebben. Het gaat hier om een bedrag van een miljoen. En dan betekent het een jaar te vroeg uitvoeren van de werken een renteverlies van 40.000,--, Dat bedrag heeft men niet zo heel snel terugverdiend. Het gelijktijdig uitvoeren van straat- en rioolaanleg en de woning bouw is in het onderhavige geval dus bijzonder goed mogelijk. De leden van de commissie openbare werken hebben in Diemen gezien dat het daar precies zo gebeurt. Soest is heus niet de enige gemeente die zo werkt. Met een beetje goede wil - en die is hier zeer zeker aanwezig - is een dergelijk samengaan zeer gemakkelijk door te voeren. Hier komt bij dat men nog altijd wacht op de goedkeuring van het uitbreidingsplan. Heel veel mogelijkheden waren er dus ook niet. Gede puteerde staten zouden in december dit uitbreidingsplan al hebben goedge keurd. De beslissing daarover is echter met twee maanden verdaagd. Op het ogenblik verwacht men iedere dag het afkomen van de goedkeuring. De VOORZITTER deelt mede dat de vragen van de heer de Bruin samenhagen met een voorstel, dat het college overweegt de raad na afhandeling van de agenda te doen. Alvorens dit voorstel aan de orde te stellen, willen B&W daarvoor echter met de raad spreken in een besloten vergadering, waarin de details zullen worden toegelicht. Daarbij komen dan de vragen van de heer de Bruin ter sprake, die eventueel later in openbare raadsvergadering opnieuw kunnen worden behandeld. Gaat de heer de Bruin met deze gang van zaken akkoord of wil hij coüte que coüte thans reeds een antwoord ontvangen? De heer DE BRUIN merkt op dat volgens artikel 49 van de gemeente wet de vergadering beslist of met gesloten deuren zal worden beraad slaagd. Spreker heeft het hier dus niet alleen voor het zeggen. De VOORZITTER zegt dat het zijn voornemen is om na het afhande len van de agenda de raadwoor te stellen een voorstel aan de agenda toe te voegen, maar daarover pas te beslissen wanneer er in besloten ver gadering over is gesproken. Na deze besloten vergadering zal de openbare vergadering weer geopend worden. De heer HILHORST: Dan komt het onderhavige agendapunt dus opnieuw aan de orde De VOORZITTER zegt te hebben voorgesteld de beantwoording van de vragen van de heer de Bruin even aan te houden. Hij heeft er echter geen bezwaar tegen ook het onderhavige voorstel aan te houden. De heer DE BRUIN: De raad beslist dus straks of wij al dan niet in besloten vergadering zullen gaan? De VOORZITTER: Daarover kan de raad beslissen. Hierop wordt het voorstel even aangehouden. - 36. -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1961 | | pagina 119