-19 april 1961 -
97.
De heer DIJKSTRA merkt op dat een krediet van 15.000,-- wordt
gevraagd voor een nieuw transformatorstation. Hij meende echter dat
volgens de concessievoorwaarden de OP.U.E.M. verplicht is op alle plaatsen
stroom te leveren en daarbij zelf te zorgen voor transformator stations,
indien die voor de stroomaanvoer nodig zijn. Of moeten grootgebruikers,
zoals het natuurbad, zelf voor transformator stations zorgen, wanneer anders
de energie-aanvoer niet verwerkt kan worden?
Spreker heeft de indruk dat de kwestie van de verzonken sproei-
installatie te optimistisch wordt bekeken. De stukken hebben hem er niet van
overtuigd, dat deze installatie technisch beter zal voldoen en qua personeels-
gebruik goedkoper zal zijn dan een conventionele, verplaatsbare installatie.
Wat is bekend over de in de praktijk met deze verzonden installatie opgedane
ervaringen? Zullen de leidingen, na vijf of zeven jaar in deze zeer vochtige
grond te hebben gelegen, niet doorgeroest zijn? En wat zullen de "lieverdjes"
doen met de verzonken sproeikoppen?'. Tegen dit onderdeel van het voorstel
heeft spreker wel bezwaar.
Met betrekking tot de tegels is in de gecombineerde vergadering van
de beide commissiesgeen uitspraak gevallen. Spreker althans heeft deze
uitspraak niet gedaan. Ook hier heeft hij de indruk dat de raad onvoldoende
is ingelicht over de consequenties. Wanneer inderdaad technisch vaststaat
dat de thans voorgestelde tegels een langere levensduur hebben, dan is dat een
sterk argument. Dan zou de aanschaffing van de nieuwe soort tegels op de
begroting van het natuurbad - en dus ook op de gemeentebegroting - geen
noemenswaardige invloed hebben en misschien zelfs voordeliger zijn. Is er
met deze tegels ervaring opgedaan over een periode van bijvoorbeeld tien
jaar? Of betreft het een produkt van de allerlaatste tijd, waarvan men maar
moet hopen dat het inderdaad kleurvast en bestendiger zal blijken te zijn dan
betontegels. Spreker vindt de adstructie van dit voorstel eigenlijk onvoldoende.
Zolang het college hem niet met meer argumenten kan overtuigen, zal hij
zijn stem aan dit onderdeel niet kunnen geven.
Mevrouw PO LET-Mus Ier is evenals de heer Hilhorst van oordeel
dat de motivering van dit voorstel ten enenmale ontbreekt. Zij is erg blij
met de informatieve besprekingen, die regelmatig plaatsvinden en die zeer
verhelderend werken. Deze besprekingen kunnen echter natuurlijk nooit de
plaats innemen van de schriftelijke voorbereiding via de raadsstukken. Immers
niet iedereen is in de gelegenheid deze informatieve besprekingen bij te wonen.
Bovendien dient het zwaartepunt van het raadswerk niet te worden verlegd
naar de commissievergadering, doch in de eerste plaats te liggen op het werk
in de raad zelf.
De heer ELBERTSE zou toch wel gaarne nader worden ingelicht
omtrent de langere levensduur van de nieuwe soort stenen. Wanneer beton
tegels een aanmerkelijk korte tijd zouden meegaan dan deze nieuwe soort
tegels, dan betekent dit, dat door het gebruik van de nieuwe soort tegels
de kosten van het opnieuw aanschaffen en leggen van betontegels bespaard
kunnen worden. Daardoor zouden de hogere aanschaffingskosten van de nieuwe
tegels voor een deel en wellicht geheel worden gedekt. Daaruit volgt dat
dan ook niet de onpopulaire maatregel van verhoging van de entreeprijzen zou
behoeven te worden genomen. Spreker zou omtrent een en ander echter gaarne
nadere gegevens willen hebben.
De heer DE BRUIN vraagt of hetgeen thans wordt voorgesteld de laat
ste gewijzigde inzichten omtrent het vernieuwen van het natuurbad zijn. Of
loopt men het risico, dat over enkele maanden weer andere objecten naar
voren komen die geld kosten?
De wethouder K. DE HAAN merkt op dat de moeilijkheid bij het
samenstellen van de toelichting op dit voorstel was, dat er in wezen zo
verschrikkelijk weinig - althans geen nieuw - cijfermateriaal aanwezig is.
Het vorig jaar is ongeveer te zelfder tijd als het plotselinge afkomen van de
rijks goedkeuring in een gecombineerde vergadering van de commissie grond
bedrijf en uitbreidingsplannen, de commissie openbare werken en de commis
sie sociale zaken door ir .Heydelberger van de Heidemaatschappij een
- inleiding -