- 20 januari 1961 -
34
De heer HILHORST heeft het onprettig aangedaan, dat wethouder
de Haan heeft gesproken van "terugkaatsen". Het is van geen der .raads
leden de bedoeling geweest bij deze algemene beschouwingen een der leden'
van het college op het gebied van kaatsen te treffen. Hij hoopt dat het woord
"terugkaatsen" vandaag niet meer zal worden gebruikt.
Voorts betreurt hij het dat het door hem met betrekking tot de Grote
Melmweg en de Maatweg gestelde door de wethouder van Zadelhoff is be
streden. Deze blijkt van mening te zijn dat ten aanzien van deze wegen juist
is gehandeld. De wethouder voert als argument aan dat het plan voor de
rioolwater zuiveringsinrichting en dat voor het vuilverwerkingsbedrijf
elkander hebben doorkruist. Van genoemde wegen moest echter slechts
een klein gedeelte van riolering worden voorzien. Zouden de wegen direct
zijn verbeterd en zou dan naderhand een klein kstukje in verband met de
rioleringswerkzaamheden zijn herbestraat, dan had dit naar sprekers stel
lige overtuiging veel minder kapitaal gevraagd dan bij de thans gevolgde
gang van zaken het geval is geweest. Op het ogenblik is men bezig met de
rioleringswerkzaamheden in de Maatweg. Ieder praktisch en weldenkend
mens zal er van overtuigd zijn, dat het grote financiële nadelen voor de
gemeente met zich medebrengt om die werkzaamheden in deze tijd uit te
voeren, nu in dat gebied de grond over verzadigd is van vocht. Het resul
taat is dan ook geweest, dat een aardverschuiving heeft plaatsgevonden,
tengevolge waarvan de waterleidingbuizen volledig zijn ontzet. Men moet nu
met de schop de sluitstukken van deze buizen benaderen om de zaak te
herstellen. Dit is een ontzaglijk moeilijk werk. Het behoeft geen betoog,
wat dit de gemeente kost'. Was de gang van zaken geweest, zoals spreker
die juist vindt, dan had men deze moeilijkheden niet gehad.
De heer Oranje - zo vervolgt spreker - van wie mag worden aangenomen
dat hij als wethouder van financiën een financieel expert, is, heeft een rede
nering opgehangen die door de gehele financiëke wereld als belachelijk zal
worden beschouwd. Er is gevraagd bij de bouw op de Eng zo spoedig moge
lijk te beginnen met de aanleg van de wegen en met de riolering, om te
voorkomen dat zich bij de aanvoer van de materialen hetzelfde drama voor
doet als bij de Maatweg, als bij het plan van Lenneplaan, als het vorig jaar
bij de 72 woningen. Het staat vast dat de aannemer daarmede volledig reke
ning houdt bij de aanvoer van materialen. Als iedere dag begonnen kan wor
den met de bouw van de woningen, vraagt spreker zich af welk voordeel
men er in ziet met de uitvoering van die werkzaamheden te wachten. Hij
hoopt en gelooft dat het college een ander en een gezonder financieel inzicht
heeft dan uit de woorden van de wethouder blijkt.
De heer VAN DEN AREND zegt in het algemeen dankbaar te zijn voor
de wijze waarop het college de raad inlicht, maar niettemin te menen dat
in sommige gevallen de inlichtingen niet volledig zijn. In een van de eerst
volgende raadsvergaderingen zal sprekers fractie een voorstel indienen tot
afschaffing van de rondvraag. Daarbij worden vaak dingen naar voren
gebracht die men aan de wethouder persoonlijk had kunnen vragen en onder
ling had kunnen regelen. In andere gevallen is het college - veelal de
wethouder van openbare werken, die het leeuwendeel der vragen heeft te
beantwoorden - niet voldoende van de details op de hoogte om onmiddellijk
een afdoend antwoord te kunnen geven. Voor de bekwame en rustige wijze
waarop de heer van Zadelhoff de algemene beschouwingen heeft beantwoord,
heeft spreker grote waardering en hij verheugt zich over de mededeling van
de wethouder dat bij de kleine aannemers de tendens bestaat om zich te
verenigen ten einde tot de bouw van enigszins grotere objecten te kunnen
komen.
- Het -