1 6 mei 1 962 Dat moest zij ook wel doen. Wanneer alles conform het uitbrei dingsplan is, kan de gemeente niet zeggen: Ik houd bouwvergun ningen achter, omdat de desbetreffende aannemer eerst met an dere bouw moet opschieten. Het afgeven van deze bouwvergun ningen is een publiekrechtelijke zaak. Bovendien heeft de ge meente besloten tot de verkoop van de desbetreffende gronden. Wanneer de aannemer zich houdt aan het contract met de gemeente ten aanzien van de bouw op de Eng, heeft de ge meente met de verdere handelwijze van deze aannemer niets te maken De heer ELBER.TSE merkt op pas van vertraging te spreken, wanneer het in het contract vermelde tijdstip wordt overschreden. Indien de aannemer binnen het kader van het con tract enigszins achter raakt, maar het later weer kan inhalen, zegt spreker niets Hij wil echter dat nauwkeurig op eventuele overschrijding van de termijnen wordt gelet. De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat er inderdaad op zal worden toegezien, dat de aannemer zich aan de termij nen houdt. Verder kan de gemeente in deze echter niets doen. Het stuk wordt aangenomen voor kennisgeving, d. Schrijven d.d. 10 april 1962 van het bestuur van de Vereni ging voor Vreemdelingenverkeer te Soest, houdende dank betuiging voor het voor het jaar 1962 verleende subsidie. Dit stuk wordt aangenomen voor kennisgeving. 97 Voorstel tot onttrekking aan het openbaar verkeer van een ge deelte van de landweg, gelegen op het perceel sectie A, nr 3527 De heer BROUWER, merkt op in de commissie grondbe drijf te hebben gevraagd, of de procedure ten aanzien van de genen die een bezwaarschrift hebben ingediend wel juist is ge weest. Hij heeft in de commissie daarop geen afdoende antwoord kunnen krijgen. Deze kwestie zou nader bekeken worden. Ter toelichting merkt hij het volgende op. Op 8 decem ber is er door het college van burgemeester en wethouders een openbare mededeling gedaan - o.a. door publikatie in de krant - dat in het voornemen lag de onderhavige weg aan het openbaar verkeer te onttrekken. Op 2 januari is een zitting ten gemeen tehuize gehouden, waarop zijn gehoord de mensen die bezwaren hebben ingediend. Daarvan is een proces-verbaal opgemaakt. Volgens artikel 10, lid 2, van de wegenwet wordt een voorstel niet in behandeling genomen, wanneer de belanghebbenden niet in de gelegenheid zijn gesteld bezwaren in te dienen. Na de bespreking van 2 januari is er eigenlijk niet veel meer gebeurd. Spreker was van mening dat de raad zestig dagen de tijd had om over het voorstel van burgemeester en wethouders een beslissing te nemen. Wanneer dat niet mogelijk is, kan de raad zestig dagen uitstel worden gegeven. Spreker heeft niet kunnen vinden dat een verlenging met deze tweede zestig dagen is verleend. Ook die tweede zestig dagen zijn inmiddels verlopen. Is nu juist sprekers veronderstelling, dat de raad door het voorstel van het college te aanvaarden, een beslissing neemt die hij niet mag nemen, omdat deze 120 dagen zijn verlopen? De heer HILHOR.ST zegt de door de heer Brouwer aan gesneden kwestie niet te kunnen beoordelen. Hij is met deze aan gelegenheid wel geconfronteerd, maar hij neemt aan dat het col lege niet met een voorstel komt, dat niet juridisch juist zou zijn. Wat het voorstel zelve betreft, merkt spreker op dat door een technische wijziging zoveel ruimte van de onderhavige weg overblijft, dat die inderdaad te gebruiken blijft. Men wil - 130 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1962 | | pagina 132