1 6 mei 1 962 De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat er ten aanzien van het bebouwen van het tweede gedeelte van de Eng nog diverse moeilijkheden zijn. In de eerste plaats moet men nu eerst een uitspraak van gedeputeerde staten hebben over de vraag, of dit gedeelte van de Eng bebouwd mag worden. Met het oog daarop dringt spreker met klem op aanvaarding van dit voorstel aan: Wat betreft de kwestie van hoog- en laagbouw, is spre ker het in principe met de heer Elbertse eens. Een hele strook is als plantsoen opgenomen. De harde financiële uitkomsten zul len er echter wel toe nopen, daar toch enige bebouwing toe te laten. En die is gepland als laagbouw. Onlangs heeft professor van Beusekom - een van de le den van de Raad van State - gewezen op de starheid van de uit breidingsplannen. Hij heeft gewezen op de moeilijkheden in de ze, welke moeilijkheden de gemeente Soest al aan den lijve heeft ondervonden ten aanzien van het gebied tussen de Dalweg en de Molenstraat. In het Soester geval was het overigens wel verma kelijk, dat de maker van het uitbreidingsplan ook was gekozen als architect voor dit eerste object en als architect overhoop kwam te liggen met zijn eigen uitbreidingsplan. Het is ten enen male uitgesloten, dat wanneer men als ontwerper van een uit breidingsplan bepaalde bouwblokken op papier aangeeft, men daarna als architect precies met lengte, breedte e.d. uitkomt. De toekomstige bouwplannen krijgt de raad in ieder ge val te zien. Er zal zoveel mogelijk worden gestreefd naar par ticuliere bouw in het tweede gedeeltevan de Eng. Daaromtrent zal de raad de plannen krijgen in de vorm van voorstellen tot grondverkoopKomt er voor een gedeelte woningwetbouw, dan heeft de raad daarbij zowel over de grond als over de bouwprij zen te beslissen. Hoe het ook zij, spreker ziet toch veranderingen in het onderhavige plan komen. Welk plan men ook aanvaardt, het zal nooit worden uitgevoerd zoals het op de tekening staat aangege ven. Men kan niet met algemene bestemmingen werken, want dat wordt door het hoger gezag niet aanvaard. Men moet een ge detailleerd plan maken. De praktijk is echter dat dergelijke plan nen nooit worden verwezenlijkt zoals ze door de stedebouwkundi- ge op papier zijn gezet. Met de aandrang om nog wat hoger te bouwen, gaat spre ker gaarne akkoord. Huizen met drie en vier woonlagen zijn nare dingen. Men kan daar namelijk geen lift in aanbrengen. Het zou beter zijn meer echte hoogbouw toe te passen en die dan af te wis selen met wat laagbouw. Daarover behoeft thans echter niet ver der te worden gepraat. Bij de uitwerking zal dit wel uit de bus ko men De heer HOM gelooft dat het de algemene gedachte van de raad is, dat zo nu en dan hoogbouw met laagbouw moet worden afgewisseld. Misschien kan dit bij de architect eens naar voren worden gebracht? De heer H1LHORST: Dan zullen we het er eerst nog eens over moeten hebben, of deze opvatting inderdaad algemeen in de raad leeft'. De heer BOUWMAN vraagt of men onder hoogbouw blok ken verstaat waarin een lift komt. De wethouder VAN ZADELHOFF: Daar gaat het nu juist om'. De heer BOUWMAN merkt op dat onlangs een rapport is verschenen, waarin professoren kritiek op de huidige gang van - 136 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1962 | | pagina 138