18 juli 1962.
Dit stuk wordt aangenomen voor kennisgeving,
c. Schrijven dd29-6-1962 van H. de Jong, houdende verzoek
om de onbewoonbaarverklaring van de woning De Zoom 5,
alhier, op te heffen met een advies van burgemeester en wet
houders om hierop afwijzend te beschikken.
Mevrouw POLET-Musler vraagt of, wanneer de volg
orde wordt omgekeerd en de betrokkene het pand eerst in overleg
met gemeentewerken opknapt, het besluit wel kan worden ingetrok
ken
De VOORZITTER zegt dat dit op zichzelf, wanneer de
woning dan aan alle eisen van de bouwverordening gaat voldoen,
wel mogelijk zou zijn. Er is hier echter nog een andere moeilijk
heid. Om dit te bereiken is namelijk nodig, dat er gebouwd wordt
En dit pand ligt in een deel van de gemeente waar niet gebouwd
mag wo rden
De heer HILHORST wijst er op dat bij de stukken niet
aanwezig was de bij het verzoek om deze woning bewoonbaar te
kunnen laten maken gevoegde tekening. Herstel van deze woning
is zeker mogelijk. Het is een nog niet oude woning. De woning is
namelijk in 1939 gebouwd. Deze woning staat echt niet op invallen.
Bepaalde onderdelen behoeven echter wijziging. Die wil de betrok
kene aanbrengen. De vraag blijft dus over of in deze omgeving ge
bouwd mag worden. Men kan het feit dat dit huis destijds onbe
woonbaar is verklaard aangrijpen om te zeggen, dat thans opnieuw
een vergunning moet worden verleendSpreker weet niet of het zo'n
lofwaardig streven is om in dit gebied, waar al enkele woningen
zijn, voor de toekomst het bouwen geheel te gaan verbieden. Hij
gelooft dat het zelfs op prijs moet worden gesteld, wanneer m deze
omgeving door middel van het aanwezig zijn van een woning nog
contact met de bewoonde wereld bestaat. Hij ziet geen enkel be
zwaar om te continueren hetgeen er op het ogenblik staat. Op grond
daarvan geeft hij het college ernstig in overweging dit verzoek niet
te weigeren, maar in te willigen.
De VOORZITTER deelt mede dat de tekening niet bij
de stukken is gelegd, omdat zij met het verzoek niets te maken
heeft. Hoogstens vormt de tekening een illustratie van het verzoek.
Deze aangelegenheid moet geheel behandeld worden m
overeenstemming met de bepalingen van de Woningwet. Het is niet
mogelijk de onbewoonbaar verklaring op te heffen, wanneer de wo
ning niet geheel voldoet aan de te stellen eisen. Daarom is de raad
thans niet in staat de onbewoonbaarverklaring op te heffen. Om de
woning te verbeteren is een bouwvergunning nodig Dat is dus een
zaak apart. En daaraan zijn bepaalde moeilijkheden verbonden.
Het verlenen van de bouwvergunning is een zaak van burgemeester
en wethouders De bouwvergunning moet worden verleend aan de
hand van de bouwverordening, de Woningwet en het uitbreidings
plan. Dit punt moet nog bekeken worden. Het college kan echter
niet de hand lichten met het uitbreidingsplan, op grond van de over
weging, dat het wel prettig zou zijn wanneer daar nog een woning
zou staan. Een bouwvergunning kan volgens de bepalingen worden
verleend. De persoonlijke instelling ten aanzien van de wenselijk
heid van een woning daar ter plaatse doet hier niets toe of af.
Men heeft zich te houden aan de wettelijke bepalingen.
De heer HILHOR.ST merkt op dat de betrokkene geen
vergunning van het college krijgt. Dit betekent dat hij de woning
niet kan opleveren in een zodanige staat, dat de raad de onbewoon
baarverklaring kan opheffen.
De VOORZITTER merkt op niet te hebben gezegd, dat
de betrokkene de vergunning niet krijgt.
-166-