1 7 januari 1962 en waar de spoorweg een zeer duidelijke bocht maakt, Men hob belt zeer wanneer men daar met de trein overheen komt. Men hobbelt daar zo, omdat de rails er zwaar verkant liggen in ver band met het feit dat men middenin een bocht zit. De VOOR ZIT TER Dat is een A.H.O.B. De heer DIJKSTRA: Inderdaad. Maar wanneer het met een A.H.O.B. kan, zou het zeker met knipperlichten kunnen. De VOORZITTER: Het gaat om knipperlichten. En dan gaat het er niet om of de weg in een bocht ligt. Het gaat erom of de spoorlijn een bocht maakt. De heer DIJKSTRA: Inderdaad. En in Baarn maakt de spoorlijn een zeer duidelijke bocht'. De VOORZITTER: Maar daar is een A.H.O.B.'. De heer DIJKSTRA: Ja, maar wanneer het met een A.H.O.B. kan, kan het toch ook met een A K. I De VOORZITTER: Juist niet. Bij een A.H.O.B. is de weg afgesloten. De machinist kan dan bij wijze van spreken met de ogen dicht de overweg passeren. Wanneer er een A.K.I. is, wil men dat de bestuurder van de trein een zeker uitzicht op de weg heeft. Daar gaat het om. Mevrouw POLET-MuslerMaar hier mindert de trein toch al vaart De VOORZITTER wijst erop dat er ook wel eens doorlo pende treinen zijn. De heer DIJKSTRA merkt op dat wanneer men één dag speurt, men dozijnen voorbeelden kan noemen van overwegen met een A.K.I. zonder dat de machinist aan beide kanten vrij uit zicht heeft Men wil het spreker echter wel ten goede houden, dat hij enig gerechtvaardigd wantrouwen heeft ten aanzien van uitspraken als: het kan niet; het kan wel. Daarom komt hij terug op zijn voor stel dit punt aan te houden. Hij stelt voor de raad goed te laten voorlichten door iemand van de spoorwegen op een van de nuttige voorlichtingsavonden, waartoe het college zelf het initiatief heeft genomen De VOORZITTER zegt daar één bezwaar tegen te hebben. De spoorwegen hebben op het ogenblik namelijk tamelijk veel haast. De spoorwegen willen de overgang bij de Soesterbergse- straat - dat betreft dus de lijn Amersfoort-Den Dolder - per 1 juli klaar hebben, terwijl men de lijn Baarn-Den Dolder wil voorzien in de maanden augustus-september (of: juli-augustusdit weet spreker niet precies). De spoorwegen moeten dus langzamerhand de materialen bestellen. De berekeningen moeten worden gemaakt. De raad kan deze zaak dus moeilijk erg lang gaan uitstellen. De heer DIJKSTRA zegt dat niet de gemeente haast heeft. De spoorwegen hebben haast. Daar wenst hij zich toch niet door te laten dringen. De VOORZITTER zou de vraag omgekeerd aan de raad willen stellen. Is de raad er niet van overtuigd, dat Soest met het AHO B -systeem, waarmede de belangrijke wegen zullen worden beveiligd - nogmaals: de Molenstraat vindt spreker een dubieuze kwestie; daar had hij zelf liever halve bomen gezien - er in grote lijnen gezien op vooruitgaat? De heer DIJKSTRA: Mits het niet te veel ten koste gaat van de bestaande andere overwegen. De VOORZITTER zegt zoéven het gehele beeld van de ge dachte situatie te hebben geschetst en te hebben aangegeven, welke overwegen er blijven. Hij zou nu eerst wel eens een antwoord van de raad willen hebben op de vraag: Vindt men dit te weinig of niet? - 16 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1962 | | pagina 17