17 oktober 1962
De heer ORANJE merkt op dat een en ander weinig
vertrouwen wekt. De B B. draait in deze gemeente in feite om de
burgemeester Spreker hoopt dat de burgemeester over deze
kwestie te bestemder plaatse een opmerking zal maken.
De VOORZITTER zegt dat men wel moet bedenken,
dat het gaat over 11 miljoen inwoners Dan wordt een miljoenste
cent met een miljoen vermenigvuldigd.
De heer ORANJE: Het spijt mij dat u probeert het
goed te praten. Voor mijn gevoel zou het belachelijk zijn, wan
neer ik de zaak niet zo ernstig vond.
De VOORZITTER: Ik zou hier niet graag de verant
woordelijkheid voor in de schoenen krijgen geschoven. Ten slotte
is dit een departementale aangelegenheid
De heer ORANJE zegt de verantwoordelijkheid hier
voor de voorzitter niet in de schoenen te schuiven Hij doet een
beroep op de voorzitter dit punt bij gelegenheid in het licht te stel
len. Wanneer men administratief met een dergelijke perfectie
werkt, kan er van de praktijk wel heel weinig worden verwacht.
Mevrouw POLET-Musler merkt op dat er bij de B.B.
een reorganisatie heeft plaatsgevonden. Zou het mogelijk zijn de
raad daarvan op de hoogte te stellen - gelijk in de oude situatie
ook is geschied?
De VOORZITTER zegt dit toe.
De stukken worden aangenomen voor kennisgeving,
g. Schrijven d.d. 5 oktober 1962 van de Minister van Binnenlandse
Zaken waarbij wordt, toegezonden het bij K B. d.d. 24 septem
ber 1962, Nr 13 goedgekeurde raadsbesluit d.d. 20 juni 1962,
inhoudende een verordening tot aanvulling en wijziging van de
verordening op de heffing en invordering van leges en rechten
wegens huwelijksvoltrekkingen op buitengewone tijd of wijze
Dit stuk wordt aangenomen voor kennisgeving.
Mevrouw POLET-Musler merkt op dat in de map van
de ingekomen stukken nog twee andere stukken lagen. Deze komen
echter niet op de lijst van ingekomen stukken voor. Zij doelt op de
noodkreet van Hilversum en op de brochure van de vereniging van
vrouwenbelangen
De heer ORANJE zegt dat deze stukken bedoeld waren
voor de leesmap.
De VOORZITTER vermoedt dat ze per abuis in de map
voor de ingekomen stukken terecht zijn gekomen.
Mevrouw POLET-Musler verzoekt de voorzitter naar
aanleiding van bedoelde twee stukken een enkele vraag te mogen
stellen
De VOORZITTER heeft daar geen bezwaar tegen.
Mevrouw POLET-Musler merkt dan op, dat in de
brochure van de vereniging van vrouwenbelangen de aandacht
wordt gevestigd op de woningzoekende alleenstaande vrouwen. Bij
een bepaalde leeftijd hebben ook deze vrouwen er recht op een zelf
standige huishouding te voeren. Heeft het college bij benadering een
idee, hoeveel woningzoekenden er in deze categorie zijn? Wanneer
hier niet onmiddellijk een antwoord op kan worden gegeven, zou de
voorzitter dan in zijn nieuwjaarsbrief deze gegevens willen ver
strekken?
De VOORZITTER zegt dit laatste toe.
Mevrouw MUURLING-VoorthuisDat bespaart mij dan
een brief aan het college Ik had dit namelijk schriftelijk willen
vragen
Mevrouw POLET-Musler merkt vervolgens op, dat in
- 208 -